Een liberale grondwet waarborgt de vrijheid van alle Zuid-Afrikanen. Maar armoede is wijdverbreid en ongelijkheid nog steeds erg raciaal. ‘We moeten als zwarte mensen altijd een inhaalslag maken.’
Nelson Mandela stemde voor het eerst in zijn leven op 27 april 1994 in Inanda, een arme wijk op de heuvels boven de stad Durban. De keuze van de locatie toonde aan dat de aanstaande president van Zuid-Afrika na zevenentwintig jaar als ’s werelds beroemdste politiek gevangene nog niets van zijn gevoel voor symboliek verloren had. Na het uitbrengen van zijn stem liep Mandela naar het nabijgelegen graf van John Dube, de eerste voorzitter van zijn partij, het African National Congress (ANC). ‘Ik ben gekomen om te melden, mijnheer de voorzitter,’ zei hij met zijn resonerende timbre, ‘dat Zuid-Afrika nu vrij is.’
Dertig jaar later is Zuid-Afrika onmiskenbaar een vrij land. De verwoestende apartheid is verdwenen. Een liberale grondwet zorgt ervoor dat Zuid-Afrikanen kunnen zeggen wat ze willen, kunnen gaan en staan waar ze willen en kunnen trouwen met wie ze liefhebben. Een basale verzorgingsstaat heeft miljoenen mensen uit de armoede gehaald. Zuid-Afrikanen gaan meer om met mensen van andere rassen. Volgens de South African Reconciliation Barometer Survey (SARBS), een tweejaarlijkse enquête, zegt meer dan driekwart van de bevolking dat er meer is dat hen bindt dan wat hen verdeelt. De verkiezingen op 29 mei zullen vrij en eerlijk verlopen.
Die vooruitgang was niet vanzelfsprekend. Sommigen vreesden dat Zuid-Afrika zou afglijden naar een burgeroorlog of autocratie. Buurland Zimbabwe werd zo’n zevenentwintig jaar na het einde van de witte overheersing een hyperinflatoire dictatuur.
Maar de sfeer onder de Zuid-Afrikanen die zich voorbereiden op het uitbrengen van hun stem is gelaten. Slechts 29 procent zegt dat hun leven de komende vijf jaar beter zal worden. Twee decennia geleden waren meer dan twee keer zoveel Zuid-Afrikanen tevreden over de democratie als ontevreden – vandaag zijn de verhoudingen andersom. Maar liefst 79 procent van de respondenten zegt dat politiek leiders niet te vertrouwen zijn, tegenover 21 procent tien jaar geleden. Sinds ongeveer 2010 zeggen steeds minder Zuid-Afrikanen dat ze vinden dat de relaties tussen rassen nu beter zijn dan in 1994.
Frustraties
De eerste vijftien jaar nadat Mandela het land vrij verklaarde, zag je wijdverspreide verbeteringen in het leven van de mensen, maar de laatste vijftien jaar waren grimmig. De werkloosheid is gestegen van 20 procent in 2008 tot 32 procent nu. Het bbp per persoon is lager dan in 2008, na aanpassing voor inflatie. Het aantal moorden is het hoogst in twintig jaar. Vorig jaar was er een record aan stroomstoringen. Onderzoekers van de South African Social Attitudes Survey (SASAS) merkten op dat de peiling van vorig jaar het hoogste niveau van ambivalentie ooit liet zien over de vraag of democratie te verkiezen is boven autocratie. Zo’n 72 procent zegt dat ze zouden stoppen met stemmen als een ongekozen regering ervoor zou kunnen zorgen dat er werk, veiligheid en huisvesting is, merkt Afrobarometer, een pan-Afrikaanse enquêteur, op.
Al deze frustraties verklaren waarom het ANC voor het eerst sinds 1994 moeite zal hebben om zijn parlementaire meerderheid te behouden. Velen in Zuid-Afrika kijken vooral naar welke partijen deel zullen uitmaken van een coalitie (vrijwel zeker onder leiding van het ANC) om de volgende regering te vormen. Maar de dertigste verjaardag roept een diepere vraag op: hoe lang kan Mandela’s visie op Zuid-Afrika overleven als er zoveel mensen zijn die niet van de voordelen van democratie hebben kunnen genieten?
Om die vraag te beantwoorden, maakte The Economist een Mandela-themareis langs plaatsen die belangrijk waren in zijn leven. De eerste halte was Qunu, waar Mandela zijn kindertijd doorbracht. In dit arme dorp, dat zich uitstrekt over groene heuvels en valleien, wordt heel duidelijk hoe verschillende generaties denken over democratie.
Oudere bewoners ontmoeten elkaar in een krakkemikkig huis om hun visie op het leven sinds de apartheid te delen. Florence Matikinca herinnert zich dat ze zich verstopte voor de politie als ze op pad was zonder de pas die zwarte mensen verplicht waren te tonen. ‘Er zijn nu geen grenzen meer binnen Zuid-Afrika,’ zegt Ncwali Xozwa. Qunu maakte deel uit van de Transkei, een van de tien etnische ‘thuislanden’ die bedoeld waren om het aantal zwarten in het door witten bestuurde Zuid-Afrika te beperken. ‘We kunnen nu zonder bang te zijn onze stem verheffen en protesteren,’ voegt ze eraan toe.
‘Mensen denken dat we een speciale behandeling krijgen omdat dit Mandela’s stad is, maar dat is niet zo’
Ouderen prijzen de uitbreiding van uitkeringen die bekendstaan als beurzen. (Gepensioneerden die hiervoor in aanmerking komen, krijgen ongeveer 2200 rand of 118 dollar per maand.) De uitgaven aan subsidies zijn gestegen van ongeveer 2 procent van het bbp in 1994 tot bijna 4 procent nu. Volgens die maatstaf is het sociale vangnet van Zuid-Afrika een van de meest genereuze ter wereld. Tegenwoordig ontvangt 47 procent van de bevolking een toelage, tegenover ongeveer 6 procent in 1994.
Maar de generatie die na 1994 ‘vrij geboren’ werd, komt er minder goed vanaf. Volgens de laatste volkstelling daalde het aandeel huishoudens zonder toegang tot leidingwater van 20 procent in 1996 tot 9 procent in 2022. Het aantal huishoudens dat in een formele woning woont en elektriciteit heeft, steeg respectievelijk van 65 naar 89 procent en van 58 naar 95 procent. Maar de vooruitgang was niet lineair: de meeste winst werd geboekt in de jaren 1990 en 2000. In veel lokale gemeenten gaat de infrastructuur inmiddels weer achteruit als gevolg van corruptie, misdaad en wanbeheer. Inwoners van Qunu hebben al vier jaar geen stromend water.
De werkloosheid nam toe naarmate de born-frees ouder werden. Sinds 2008 is het aantal werkenden met 2,3 miljoen gestegen, terwijl het aantal Zuid-Afrikanen in de werkende leeftijd met 9,5 miljoen toenam. Het werkloosheidscijfer voor de leeftijdsgroep tussen de vijftien en drieënveertig jaar is 44 procent.
David Everett van de Universiteit van Witwatersrand publiceerde onlangs een bijgewerkte versie van een ‘marginalisatie-index voor jongeren’ die hij voor het eerst produceerde in 1992. De index combineert objectieve gegevens over maatregelen zoals werkloosheid met subjectieve enquêtes over welzijn. Tragisch genoeg ontdekte hij dat steeds ‘minder jongeren het zo goed doen als hun tegenhangers van dertig jaar geleden’.
Subsidies zijn zowel een teken van mislukking als van succes. De Wereldbank berekent dat voor elke ontvanger geldt dat ook minstens één andere Zuid-Afrikaan afhankelijk is van de ontvangen subsidie. Nontsikelelo Jozana ondersteunt in Qunu maar liefst vier kleinkinderen met haar beurs. Sommige gepensioneerden verbergen hun geld om te voorkomen dat het wordt gestolen om er drugs van te kopen.
Ook onderwijs is een probleem. Volgens een internationaal onderzoek kan meer dan 75 procent van de tienjarigen niet ‘begrijpend’ lezen. Op bijna de helft van alle basisscholen kan geen enkele leerling dat.
Het was op de basisschool van Qunu dat een leraar een leerling, Rolihlahla Mandela, de naam ‘Nelson’ gaf. Toch is de ‘Mandela-bibliotheek’ van de school gesloten; het gebouw is ingestort. De gemiddelde klasgrootte ligt boven de zestig kinderen. De leraren wijzen op het Mandela-museum, dat Cyril Ramaphosa, de president van Zuid-Afrika, vorig jaar dankzij staatsfinanciering kon openen in de buurt. Ondertussen heeft hun school geen stromend water en lijden de kinderen honger sinds de gemeente is gestopt met het betalen van maaltijden. ‘Mensen denken dat we een speciale behandeling krijgen omdat dit Mandela’s stad is, maar dat is niet zo,’ zegt een inwoner.
Afgaande op de dalende opkomst van jongeren onder de dertig jaar bij recente verkiezingen, zal misschien slechts een op de vier born-frees in mei gaan stemmen. ‘Je stemt alleen als je ergens in gelooft,’ zegt Mbongeni MKwanazi. ‘Deze democratie werkt niet,’ voegt Funeka Shuping eraan toe. ‘Het voelt alsof het systeem is ontworpen om zwarte mensen te onderdrukken.’ Hoe zit het met de rechten in de grondwet? ‘Rechten? Ik heb volgens de grondwet recht op onderdak,’ zegt hij, ‘maar ik woon nog altijd bij mijn oma in huis.’
‘We wilden dat je met witte kinderen naar school zou gaan, niet dat je vrienden met ze werd’
De volgende halte is Johannesburg, de commerciële hoofdstad van Zuid-Afrika, waar Mandela naartoe vluchtte nadat zijn voogd hem probeerde te dwingen tot een gearrangeerd huwelijk. In Soweto, de township waar Mandela woonde, is duidelijk te zien dat de zwarte middenklasse zich sinds 1994 heeft uitgebreid. Vorig jaar werd Soweto’s eerste ‘lifestyle estate’ geopend, iets wat wordt geassocieerd met rijke witten. Er zijn privéklinieken te vinden en privéscholen die de lokale markt bedienen.
Een rigoureus onderzoek naar klasse, gepubliceerd in 2019 door Rocco Zizzamia van de Universiteit van Oxford en collega’s, gebruikte nationale inkomensgegevens om Zuid-Afrikanen in vijf categorieën in te delen op basis van chronisch arm, sporadisch arm (nu eens in, dan weer uit de armoede), kwetsbaar (net boven de armoedegrens), middenklasse of elite. Zwarten, die 81 procent van de bevolking vertegenwoordigen, maken een onevenredig groot deel uit van de eerste drie categorieën. Niettemin vormen zwarten tegenwoordig ongeveer twee derde van de middenklasse en meer dan een vijfde van de elite. Witten, zo’n 7 procent van de bevolking, vormen meer dan een vijfde van de middenklasse en ongeveer twee derde van de elite.
De groei van een zwarte bourgeoisie heeft geleid tot een gedeeltelijke integratie over de barrières van de apartheid heen. Het aandeel zwarte mensen dat zegt om te gaan met andere rassen is volgens SARBS vervijfvoudigd van 2003 (6 procent) tot 2023 (30 procent). Het aantal mensen dat zegt regelmatig om te gaan met mensen van een ander ras steeg van 15 procent naar 37 procent. Andere peilingen suggereren dat de meeste Zuid-Afrikanen geen racisme ervaren in het dagelijks leven.
Sandre Esemang, een financieel adviseur die met haar Mini tussen de kuilen in het wegdek van Soweto door slingert, zegt dat het in de jaren negentig moeilijk was om een zwarte vrouw te zijn in een door witten gedomineerd bedrijf. Maar voor haar dochter, die net is afgestudeerd, ‘is het veel gemakkelijker’. Ziyanda Ntombela vertelt dat haar ouders in de jaren negentig bezuinigden om haar naar een overwegend witte school te sturen, maar dat ze haar vrienden niet graag op bezoek hadden. (‘Ze zeiden: “Wie is Felicity nou weer? We wilden dat je met witte kinderen naar school zou gaan, niet dat je vrienden met ze werd.”’) Voor haar eigen dochters zijn gemengde logeerpartijtjes de norm.
Maar de meeste zwarten blijven arm. En de afname van de verhouding tussen het gemiddelde inkomen van witten en dat van zwarten sinds de jaren negentig is grotendeels te danken aan de toename van zwartverdieners, volgens een artikel dat mede is geschreven door Amory Ghetin van de Paris School of Economics. Onder zwarten worden ‘armoede en ongelijkheid’ genoemd als de belangrijkste obstakels voor verzoening. ‘De rijken onder ons worden rijker terwijl de armen arm blijven,’ zegt Vusi Mlambo, die loodgieter is. ‘We zijn politiek vrij, maar economisch niet,’ zegt Khensani Nkonde, die een liefdadigheidsinstelling runt.
Joleen Kotze, hoofdonderzoeker bij SASAS, stelt dat de houding van Zuid-Afrikanen ten opzichte van democratie en rassenverhoudingen sterk samenhangt met hun mening over hun eigen welzijn en de prestaties van de overheid. Dat helpt de paradox te verklaren van meer integratie onder degenen met een beetje geld, terwijl de meningen over de vraag of de rassenverhoudingen sinds 1994 verbeterd zijn, over het algemeen steeds negatiever worden.
Inhaalslag
Het helpt ook niet dat zwarte Zuid-Afrikanen uit de middenklasse vaak denken dat witten moeite hebben om zich in te leven in hun problemen. ‘Er is een verschil tussen rijkdom van de eerste generatie en rijkdom van de twintigste generatie,’ zegt Andrew Mgaga, een zelfstandige uit Soweto. Mevrouw Esemang wijst op de rol van de ‘zwarte belasting’, de gewoonte om het loon te delen met familieleden. ‘We moeten als zwarte mensen altijd een inhaalslag maken.’
Met name witten noemen racisme – niet armoede en ongelijkheid – als de grootste belemmering voor verzoening. En dan bedoelen ze niet racisme vanuit hen. Mevrouw Kotze zegt dat de mening heerst dat het beleid rondom positieve discriminatie (‘Employment Equity’) en de herverdeling van rijkdom (‘Black Economic Empowerment’) oneerlijk is omdat het niet-witte groepen bevoordeelt. Ze stelt dat ‘de grootste ironie is dat witte Zuid-Afrikanen en zwarte Zuid-Afrikanen hetzelfde gesprek voeren vanuit verschillende perspectieven – en dat is een gesprek over economische uitsluiting’.
Als er meer banen zouden zijn, zou er minder spanning zijn tussen klassen en rassen. In een land met weinig groei en weinig vertrouwen is verzoening moeilijk. Zo wordt ook de mogelijkheid gecreëerd voor populisten om armoede en identiteit als wapens te gebruiken.
Terug naar Inanda, in KwaZulu-Natal (KZN), een provincie die wordt gedomineerd door Zoeloes, de grootste etnische groep van het land. Jacob Zuma, de voormalige president van Zuid-Afrika en zelf een Zoeloe, richtte in september vorig jaar uMkhonto we Sizwe (MK) op. Volgens recente peilingen zou deze nieuwe partij weleens de meeste stemmen in KZN kunnen winnen en nationaal op de vierde plaats kunnen eindigen.
MK mengt antiwitpopulisme met Zoeloe-tribalisme. Net als de Economic Freedom Fighters (EFF), de op twee na grootste partij van Zuid-Afrika, geeft de partij witten en hun vermeende zwarte collaborateurs, zoals de heer Ramaphosa, de schuld van de kwalen van Zuid-Afrika. MK zegt dat Zuid-Afrika ‘cultureel, artistiek, spiritueel en economisch wordt gedomineerd door een minderheidsgroep met een vreemde cultuur’. Beide partijen willen land onteigenen zonder compensatie. MK suggereert zelfs de liberale grondwet overboord te willen gooien.
De heer Zuma is ook bedreven in het opzwepen van Zoeloe-chauvinisme. Tijdens de campagne voor MK suggereerde hij dat als het land geregeerd zou worden door de ‘Afrikaanse wet’, het homohuwelijk verboden zou zijn. Hij vroeg zich bovendien af waarom er sprekers van het Tswana (een andere officiële taal) in KZN zouden zijn.
De Zuid-Afrikaanse democratie is als een immuunsysteem dat schadelijke elementen moet afweren
‘Hoe kan het dat Mandela hier heeft gestemd en ze hier niet voor zorgen?’ zegt Nathi Khuzwayo, die om vier uur ’s ochtends op is gestaan om de toiletten in zijn restaurant leeg te pompen, omdat de riolering het heeft laten afweten. Een door een rechter geleid onderzoek kwam in 2022 tot de conclusie dat de heer Zuma een centrale rol speelde in de ‘staatsgreep’ waarbij staatsbedrijven werden geplunderd. Maar dat is van weinig belang voor de heer Khuzwayo en andere MK-aanhangers. MK zou volgens hem beter werk leveren omdat het een partij is van Zoeloes voor Zoeloes. Hij vergelijkt het met hoe de Democratische Alliantie (DA), de op een na grootste partij van het land, voor haar eigen ‘stam’ zorgt, en dat zijn volgens hem de Zuid-Afrikaanse witten.
Toch speelt MK met vuur. Veel Zuid-Afrikanen zeggen dat ze zich het sterkst associëren met mensen die dezelfde taal spreken. Het zou een waarschuwing moeten zijn dat burgerwachten de afgelopen vijftien jaar steeds meer zwarte buitenlanders, vaak Zimbabwanen, aanvallen in de townships.
De Zuid-Afrikaanse democratie is tot op zekere hoogte bestand tegen platvloers populisme. De compromissen van 1994 hebben bijgedragen aan de normalisering van het democratisch bestuur, vreedzame machtsoverdrachten en het bereiken van consensus tussen rassen en stammen. De manier waarop het apartheidsregime probeerde een gemeenschappelijke zwarte en niet-raciale Zuid-Afrikaanse identiteit te ondermijnen, is niet vergeten. De meeste Zuid-Afrikanen hebben een dubbele identiteit, als Zuid-Afrikanen en als Zoeloes, Xhosas, Vendas, Afrikaners, enzovoort.
Er bestaat nog steeds zoiets als een middenweg in de Zuid-Afrikaanse politiek. Opiniepeilingen wijzen uit dat een meerderheid van de Zuid-Afrikaanse kiezers – en ook een meerderheid van de ANC-stemmers – de DA als coalitiepartner van het ANC zou willen. ‘(…) een charismatische autocraat zou het hier goed doen, maar een charismatische en overtuigende liberale democraat ook’, stelt Frans Cronje, een politiek analist. Hij vergelijkt de Zuid-Afrikaanse democratie met een immuunsysteem dat schadelijke elementen moet afweren.
Kloof
Het gevaar is dat het politieke lichaam zo zwak wordt dat het zijn verdedigingskracht verliest. Hoe groter de kloof tussen de verwachtingen van 1994 en de realiteit van 2024, hoe groter de kans wordt voor degenen die niet geloven in een niet-raciale, liberale samenleving om de kloof te dichten. Vertwijfeling over de democratie kan uitgroeien tot iets schadelijkers.
Vlak bij het museum in Inanda woont Sandile Maphumulo, een tweeëndertigjarige die in Inanda is geboren maar in Duitsland studeert. Hij is terug voor de verkiezingen. Vlak bij de plek waar Mandela zijn stem uitbracht, kijkt hij neer op de oceaan, waarbij hij zijn township afzet tegen de villa’s aan het strand.
Hoewel hij veel waarde hecht aan een grotere sociale cohesie, ‘is de ware inzet niet of zwarte mensen bevriend zijn met witte mensen’, zegt Maphumulo. ‘Het gaat erom dat zwarte mensen een beter leven krijgen.’