Onderzoekers hielden een jaar lang de groei van vijfduizend pythons bij op slangenboerderijen in Thailand en Vietnam. Als het gaat om het efficiënt en duurzaam omzetten van voer in vlees, komen slangen als beste uit de bus.
Welk soort vlees is het duurzaamst? Volgens bioloog Daniel Natusch van internationaal adviesbureau EPIC Biodiversity zou dat weleens pythonvlees kunnen zijn. Uit onderzoek van Natusch en zijn collega’s blijkt namelijk dat slangen voer heel efficiënt omzetten in vlees. Ze publiceerden hun resultaten in het wetenschappelijke tijdschrift Scientific Reports. Al heel lang worden slangen op kleine schaal gekweekt voor de productie van speciale producten zoals gif. Pas sinds kort zijn boeren begonnen om de dieren ook te kweken voor hun vlees. Het team van Natusch deed onderzoek naar zulke slangenboerderijen in Thailand en Vietnam. De onderzoekers maten gedurende een jaar de groei van bijna vijfduizend netpythons (Malayopython reticulatus) en donkere tijgerpythons (Python bivittatus). Ook verzamelden ze gegevens over wat de slangen aten en hun karkasgewicht. Het karkasgewicht is het lichaamsgewicht zonder de huid, interne organen, kop en staart. De resultaten vergeleken ze vervolgens met bestaande gegevens over andere veedieren.
Carnivoren
Het drooggewicht van het voer dat de pythons kregen, bleek 1,2 keer dat van het aangeklede karkas. Dat getal is 1,5 voor zalm, 2,1 voor krekels, 2,8 voor gevogelte, 6 voor varkens en 10 voor koeien. Het drooggewicht van het eiwit dat de kwekers aan de slangen voerden, was 2,4 keer dat van een slangenkarkas, vergeleken met 3 voor zalm, 10 voor krekels, 21 voor gevogelte, 38 voor varkens en 83 voor rundvlees. Als het gaat om de efficiëntie van het omzetten van voer in vlees, komen slangen dus als beste uit de bus, zegt Natusch. ‘Geen enkele andere diersoort die tot nu toe is onderzocht, heeft hetzelfde productietempo als pythons.’ Het is erg ingewikkeld om te berekenen hoeveel voer wordt omgezet in vlees, zegt voedselonderzoeker Kajsa Resare Sahlin van de Universiteit van Stockholm in Zweden. We moeten ook rekening houden met de soorten eiwitten die de dieren eten en waar die vandaan komen, zegt ze. De vergelijking in het onderzoek van Natusch en zijn collega’s houdt bijvoorbeeld geen rekening met het feit dat slangen carnivoren zijn. Ze eten dieren die planten eten, terwijl andere boerderijdieren vooral planten eten. Als de onderzoekers zouden berekenen hoeveel plantenmassa er in totaal nodig is om een kilogram karkas te groeien, dan blijken slangen misschien niet zo efficiënt.
Afvalvlees
Maar wat slangenvlees duurzaam maakt, is niet de efficiëntie van de voedselomzetting, maar het feit dat de slangen gevoed worden met afvalvlees, zegt Natusch. We kunnen van gevangen knaagdieren en doodgeboren varkens worsten maken om aan de slangen te voeren, zegt hij. ‘Dat is veel duurzamer dan het voeren van vee met plantaardige eiwitten die we oogsten uit een monocultuur op plekken waar ooit een natuurlijke habitat was.’ Daarom denkt Natusch dat slangenvlees ook duurzamer is dan veel plantaardig voedsel. ‘Voor de veganisten onder ons: waarschijnlijk lijden er meer dieren door het jaarlijks zaaien van gewassen, dan door het voeren van een python’, zegt hij. Het zou heel efficiënt zijn om slangen te voeren met afval, zegt ook Resare Sahlin. Maar het kan ook afhangen van de soorten knaagdieren die in het slangenvoedsel zitten. ‘Op de korte termijn kan het gunstig zijn om ratten te gebruiken’, zegt ze. ‘Maar als hieromheen een hele voedingsindustrie ontwikkelt, dan geeft dit perverse prikkels om ‘rattenproblemen’ in stand te houden. De gevolgen voor lokale gemeenschappen kunnen dan enorm zijn’, zegt ze.
Voedselzekerheid
Natusch voert nog twee andere argumenten aan ten gunste van de slangenkweek. Het eerste is voedselzekerheid. Veel slangen in het onderzoek aten gedurende lange perioden, van tot wel 127 dagen, helemaal niets. Daarbij verloren ze hooguit een paar procentpunten aan lichaamsmassa. Dit betekent dat boeren weken of maanden kunnen stoppen met het voeren van hun slangen wanneer de distributieketens plotseling stilvallen, zegt Natusch. De coronapandemie was daarvan een voorbeeld, zegt hij. ‘Boerderijen konden hun varkens niet verkopen en het was te duur om ze te blijven voeren. Dus moesten de boeren hun varkens tragisch genoeg laten euthanaseren en composteren. Wat als ze nu pythons kweekten? dachten we toen.’ Ten tweede denkt Natusch dat het houden van slangen ethischer is dan het houden van vogels of zoogdieren. Pythons hebben niet dezelfde cognitieve capaciteiten en kiezen ervoor om inactief te blijven in kleine afgesloten ruimtes als ze geen voedsel hoeven te vinden, zegt hij. Qua smaak lijkt pythonvlees in ieder geval erg op kip, zegt Natusch. ‘Ik heb het gegeten in curry’s, op de barbecue, als satéspiesjes en als gedroogde reepjes. Als je het goed bereidt, dan is het geweldig.’