Om witwassen tegen te gaan moet zowel de overheid als de techsector zich minder dogmatisch opstellen, vindt specialist cybercriminaliteit Geoff White. ‘Zowel overheden als techneuten zullen wat water bij de wijn moeten doen.’
De nieuwste financiële technologieën worden in rap tempo een belangrijke steunpilaar voor de georganiseerde misdaad, omdat ze de gevaarlijkste boeven ter wereld in staat stellen hun illegale buit te verplaatsen en aan het oog te onttrekken. Dat zal alleen maar erger worden als overheden en de industrie de handen niet ineenslaan.
De geschiedenis van het witwassen van geld is bijna net zo oud als de misdaad zelf. Maar de technieken werden sterk verfijnd in de jaren tachtig, het tijdperk van de cocaïnecowboys, toen Amerika werd overspoeld met drugs.
Het witwasproces van de drugssmokkelaars kende drie fasen: storting (placement), verhulling (layering) en integratie. Storting is het toevoegen van het zwarte geld aan de geldstroom van een legaal bedrijf. De contanten uit de drugshandel kunnen bijvoorbeeld vermengd worden met de inkomsten van een restaurant of een casino. Maar als de drugshandel wordt opgerold, zou de opbrengst ervan getraceerd kunnen worden via de bank die zakendoet met het legale bedrijf. Vandaar de tweede fase, verhulling: crimineel geld wordt eindeloos van rekening naar rekening gesluisd, opgenomen en opnieuw gestort en in andere valuta omgezet, om zo ervoor te zorgen dat de politie het spoor bijster raakt. In de laatste fase, integratie, plukt de crimineel de vruchten van zijn werk: dan zijn alle verbanden tussen het geld en zijn criminele oorsprong uitgewist en kan het besteed worden, idealiter aan zaken met een goed langetermijnrendement zoals kunst of vastgoed.
Hackers
Wat ten opzichte van de jaren tachtig vooral is veranderd, is de digitale revolutie in de financiële wereld: de aanhoudende innovatie in betalingssystemen, virtueel bankieren en dergelijke. Daarnaast leiden de nieuwe technologieën ook tot een nieuwe geldinfrastructuur buiten de traditionele financiële wereld, van cryptomunten tot NFT’S tot virtuele marktplaatsen in videogames, waarop inmiddels ook enorme bedragen omgaan.
Door die voortsnellende financiële digitalisering is voor sommige criminelen de eerste fase van het witwasproces, het storten, minder belangrijk geworden. Dat is immers vooral van belang voor vormen van straatcriminaliteit zoals drugshandel en prostitutie, waarin veel contant geld omgaat. Het belang van verhulling en integratie van de geldstromen is navenant gegroeid. In een wereld waarin financiële transacties steeds meer digitale sporen achterlaten, is het moeilijker geworden om de buit uit handen van de opsporingsdiensten te houden.
De mensen die daar de meeste ervaring mee hebben, zijn hackers. Zij hebben nieuwe manieren gevonden om gestolen geld weg te sluizen, mede met dank aan bitcoin en andere cryptovaluta, waarmee je overschrijvingen niet alleen praktisch anoniem (of op zijn minst onder een schuilnaam) kunt doen, maar ook grotendeels buiten het zicht van de toezichthouders die over de traditionele financiële wereld waken. Ook andere misdaadorganisaties beginnen de voordelen van digitaal witwassen daarom in te zien. Zelfs in de meer traditionele vormen van misdaad rukt het digitale domein op – van de drugshandel die steeds meer via het darkweb plaatsvindt tot de wildgroei aan online prostitutie. En dat leidt tot nieuwe witwasroutes.
Door de explosieve groei van de digitale witwaspraktijken raakt de technologiesector steeds meer bij criminaliteit betrokken. Dat komt niet alleen doordat criminelen gebruikmaken van de nieuwste technologische vondsten. Op een dieper niveau komen de aspiraties van de technologievernieuwers en de wensen van de witwassers met elkaar overeen.
Virtuele vluchtauto
Witwassers willen in wezen drie dingen: een financiële omgeving met koortsachtig veel activiteit en wild schommelende prijzen, zodat ze veel geld kunnen rondpompen zonder argwaan te wekken. Een wereldomspannend systeem dat het makkelijk maakt om crimineel geld in pakweg Los Angeles te storten en in Londen op te nemen. En geen of minimale regelgeving. Dezelfde drie factoren dus waar techbedrijven bij gedijen. De overgrote meerderheid daarvan stimuleert de financiële wanpraktijken niet bewust, maar ook zij hebben baat bij grote en instabiele markten waarop geld makkelijk van land naar land stroomt en waar ze kunnen profiteren van mazen in de regelgeving.
Iets anders wat beide partijen gemeen hebben is een libertaire inslag. Als het gezag oproept tot meer regelgeving om te voorkomen dat criminelen van de nieuwe technologie gebruikmaken, komen programmeurs en start-upondernemers meteen in het geweer tegen wat zij beschouwen als betutteling, en beschuldigen ze ‘trad-fi’ (de traditionele financiële wereld) van een slinkse campagne om de concurrentie van nieuwkomers te dwarsbomen.
Een goed voorbeeld van deze tegenstellingen zie je in het verhaal van Tornado Cash. In maart 2022 werd door hackers die vermoedelijk banden hadden met Noord-Korea voor 625 miljoen dollar aan cryptovaluta gestolen uit de cryptogame Axie Infinity. Een groot deel van dat geld werd witgewassen met behulp van Tornado Cash, een zogenaamde cryptomixer. Zo’n cryptomixer vermengt de door gebruikers gestorte cryptovaluta met andere, waarna bij opname van het geld de herkomst niet meer te achterhalen is. Er kunnen goede privacyredenen zijn om van zo’n mixer gebruik te maken, maar voor de hackers die bij Axie Infinity hadden ingebroken, was het in feite een virtuele vluchtauto.
De Amerikaanse overheid greep snel in: Tornado Cash kreeg sancties opgelegd waardoor het werd buitengesloten van het Amerikaanse banksysteem, en de twee softwareontwikkelaars die deze mixer zouden hebben opgezet werden aangeklaagd wegens witwassen en het overtreden van sancties. De reactie uit de techsector was al even direct. Cryptoactivisten spanden een proces aan tegen het Amerikaanse ministerie van Financiën omdat gebruikers door de sancties volgens hen werden beroofd van een essentieel privacyhulpmiddel. En critici vonden in het algemeen dat het Amerikaanse optreden een gevaarlijk precedent schiep voor softwareontwikkelaars wereldwijd. De mensen achter Tornado Cash mochten volgens hen niet verantwoordelijk worden gehouden voor het misbruik van hun product.
De autoriteiten en de techwereld staan hier dus tegenover elkaar. Overheden willen paal en perk stellen aan een volgens sommigen volledig losgeslagen technologiesector die innovaties uitrolt zonder zich om de maatschappelijke schade te bekommeren. Maar de cryptoliefhebbers hameren erop dat strenger toezicht funest zal zijn voor het technologische fundament waarop hun disruptieve nieuwe wereld rust. Het lijkt op de debatten rond de versleuteling van het berichtenverkeer in apps als WhatsApp en Telegram. Overheden willen een of andere vorm van wettelijke toegang tot de berichten op die platforms. Volgens de techwereld maakt zo’n voet tussen de deur uiteindelijk alle versleuteling zinloos.
Om die patstelling te doorbreken zullen beide partijen wat water bij de wijn moeten doen. Overheden en toezichthouders moeten zich beter verdiepen in de technologie waarop deze innovaties berusten en meer moeite doen om te doorgronden hoe ze precies werken. Alleen dan hebben ze volgens de techwereld recht van spreken. En de techneuten moeten inzien dat ze elke discussie bij voorbaat verloren hebben zolang hun dogmatische verdediging van innovatie door tegenstanders kan worden neergezet als bereidheid om grootschalige financiële misdaad te faciliteren. Ergens in het midden tussen die twee standpunten ligt de toekomst van de fintech-sector.
+ There are no comments
Add yours