Călin Georgescu, de partijloze en ultranationalistische kandidaat in de Roemeense verkiezingen, is auteur van twee non-fictieboeken. Iulian Bocai beschrijft het gedachtegoed van de man die kans maakt president van Roemenië te worden.
Als we ervan uitgaan dat de belevingswereld van Călin Georgescu goed tot uitdrukking komt in de twee boeken die ik in dit artikel bespreek, is deze een vreemde combinatie van mysticisme, antineoliberalisme, christelijk ecologisme, gardistisch nationalisme [fascistische beweging in Roemenië in de jaren dertig en veertig] en antiwetenschappelijke complottheorieën. Deze grondbegrippen zijn bij hem maar moeilijk van elkaar te scheiden en lijken in de loop van de tijd als resultaat van ingesleten overtuigingen tot een alsmaar grotere kluwen gegroeid. Vergelijkbaar gedachtegoed heb ik hier al vaker behandeld, zoals toen ik schreef over de voorzitter van de Roemeense Academie van Wetenschappen, die cryptofascisten ondersteunt, of toen ik het boek van Mihail Neamțu [een controversiële, rechtse Roemeense politicus] besprak. Ik dacht weleens een verband te kunnen ontwaren tussen alle denkstromingen die hij vermengt, maar Georgescu’s geest is een te chaotische optelsom van opvattingen om ze onder één noemer te scharen, hoewel het bij hem in de kern mogelijk draait om het christelijk nationalisme met wortels in het fascisme, dat zijn refrein vormt. In deze twee boeken, waarvan het recentste uitkwam in 2022, probeert hij dit fascisme wel te versluieren, maar je proeft het in de citaten die hij aanhaalt van Radu Gyr en Mircea Vulcănescu, in de verwijzingen naar helden van de IJzeren Garde [(para-)militaire, fascistische organisatie in de jaren dertig en veertig] in communistische gevangenissen en in zijn verhalen over helden en ‘moedige mannen’.
Afgezien daarvan heeft de auteur en de mogelijk toekomstige president van dit land drie grote, ambitieuze doelstellingen.
A: Terugtrekken
Hij wil dat Roemenië zich terugtrekt uit de internationale organisaties waar het nu toe behoort en die het land knevelen. De Europese Unie is een organisatie die expliciet is opgericht om ‘natiestaten te vernietigen’, het Internationaal Monetair Fonds is een vorm van neoliberale controle over gemarginaliseerde staten, de Wereldgezondheidsorganisatie een samenzwering. In de belevingswereld van Georgescu is er voortdurend iemand die vanuit de schaduwen controle uitoefent. De grote bedrijven en de grote samenzweringen gaan hand in hand – af en toe gaat het om kwaadaardige farmaceutische bedrijven, af en toe om Soros (lees: de Joden). In een van de hoeken van zijn wereld wordt altijd wel een tragedie gepland. In een interview zegt Georgescu dat de vluchtelingencrisis opzettelijk werd veroorzaakt om de etnische identiteit van Europa te veranderen. In zijn boek uit 2016 schreef hij dat de wereld ten onder zou gaan door een gebrek aan water en daardoor ook aan voedsel, en volgens zijn recentste boek wordt er gestreefd naar ‘het uitlokken van een tekort aan voedingswaren en daarmee hongersnood’. Overeenkomstig deze denktrant legt hij ons uit dat sprinkhanenmeel een plan is van techglobalisten om de traditionele landbouw uit te roeien, en dat het bestaan van kweekvlees een ‘ultiem doel’ heeft, namelijk ‘om elk menselijk wezen, elk hapje eten, elke hulpbron en elk voedingsmiddel op deze planeet te kunnen volgen via blockchain’. Vervolgens vertelt hij ons, de logica van zijn betoog volgend, hoe deze aanpassingen in ons dieet uiteindelijk zullen leiden tot kannibalisme. Sterker nog, westerse docenten zouden het kannibalisme al prediken.
B: Totalitarisme
Om aan deze samenzwering van een Nieuwe Wereldorde te ontkomen moet Roemenië zich weer op zichzelf en op zijn tradities richten. Mocht u het nog niet doorhebben, dit soort politiek denken volgt de blauwdruk van klassiek totalitarisme: je creëert met behulp van een complottheorie de indruk van een dreigende apocalyps en vraagt om de macht die je nodig hebt om de natiestaat te redden van die zelfbedachte crisis. De Roemeense staat zal gered worden van de toekomstige hongersnood door terug te keren naar het traditionele, rurale landbouwbedrijf. De crisis zal ‘verschrikkelijk’ zijn – zij is niets minder dan ‘de grote wereldcrisis’. En hier biedt het christelijk ecologisme een uitkomst. Voor Georgescu is de Roemeense boer de redder van de natie, misschien zelfs van de wereld, omdat hij de wil van God belichaamt. Dankzij deze bevoorrechte relatie met de goddelijkheid zal de Roemeense boer de kracht hebben om het Europese continent te herstellen, dat overigens geestelijk uitgeput is. Dit zal hij doen – en dat is nog wel het krankzinnigste en interessantste deel van deze theorie – door lokale producenten te laten samenwerken in collectieve landbouwbedrijven. Maar dat mag geen collectivisatie heten zoals onder het communisme: deze collectieve bedrijven zullen in christelijke zin tot stand worden gebracht en geen collectieven worden genoemd, maar ‘economische gemeenschappen’. Die moeten het Roemeense dorp veranderen in de ware spirituele en economische motor van het land.
C: Traditionele waarden
Dit alles kan niet worden verwezenlijkt zonder een terugkeer naar traditionele waarden. En die waarden, dat spreekt voor zich, moeten christelijk zijn. Ze moeten bovendien hun weerslag vinden in de diepgaande en vaderlandslievende nationale geschiedenis. Op school moeten leerlingen Michaël de Dappere en Stefanus de Grote imiteren? Hoe dan? Dat krijgen we niet te horen. Het Roemeense volk wordt gevoed via de ‘geloofsstroming van zijn voorvaderen’ en wenst het ‘land van zijn voorvaderen’ te verdedigen. Georgescu spreekt overigens, wanneer het gaat over de mensen die het land nodig heeft, niet van ‘experts’, maar van ‘mensen van het vaderland’ of ‘helden van het volk’. Deze beschouwingen blijven erg algemeen en lijken eerder lyrisch, waardoor het een hele poos duurt voordat hij met ietwat concretere oplossingen komt. Als hij daarover begint, zijn ze wat je zou verwachten, want de eerste drie die mij in Cumpăna României (‘De Roemeense balans’) min of meer duidelijk worden, zijn: 1. het heilig verklaren van Michaël de Dappere, Valeriu Gafencu [lid van de IJzeren Garde] en Arsenie Boca [door de communisten vervolgde priester]; 2. het strafbaar stellen van abortus; 3. ‘het illegaal maken van openbare uitingen van homoseksualiteit en elke vorm van propaganda die daartoe aanzet’.
Ongeldig verklaard
De Roemeense verkiezingen van eind november 2024 zijn ongeldig verklaard, na beschuldigingen van digitale manipulatie via TikTok en mogelijke inmenging door Russische actoren.
Volgens de beschuldigingen zouden politieke groeperingen en buitenlandse actoren, waaronder Rusland, digitale middelen hebben ingezet om de publieke opinie te beïnvloeden. TikTok, populair onder jongere kiezers, werd vermoedelijk gebruikt om desinformatie te verspreiden, met behulp van geautomatiseerde bots en betaalde influencers die politieke boodschappen promootten. De snelle verspreiding van valse informatie via het platform leidde tot ernstige twijfels over de integriteit van de verkiezingen.
Het gebruik van sociale media om pro-Russische sentimenten te versterken of de politieke stabiliteit te ondermijnen is niet nieuw in Oost-Europa. Als gevolg van deze beschuldigingen worden de presidentsverkiezingen vermoedelijk verplaatst naar maart 2025. De Roemeense regering staat onder druk om de verkiezingswetgeving te herzien en maatregelen te nemen om toekomstige inmenging te voorkomen, met speciale aandacht voor de regulering van sociale media en een betere cyberbeveiliging. De komende maanden zullen in die zin bepalend zijn voor de toekomst van de Roemeense democratie.
De rust is overigens nog altijd niet wedergekeerd in Roemenië, omdat het er sterk op lijkt dat presidentskandidaat Georgescu heeft samengezworen met een groep mannen om onrust te zaaien en mogelijk zelfs zwaar geweld te gebruiken in Boekarest. Hij is vooralsnog niet opgepakt, mogelijk om niet nog meer onrust te zaaien onder degenen die op hem hebben gestemd.
Dit plan, dat in beide boeken even vaag blijft, draagt de naam ‘voedsel, water, energie’. Roemenen hebben decennialang in de veronderstelling verkeerd dat het Westen ons heeft gered, maar in feite heeft het ons geknecht. De rijkdom die het ons heeft voorgehouden was denkbeeldig. Wij hebben meer gegeven dan ons is geboden. We worden vergiftigd door westerse ideeën. Om de tuin geluid door westerse vrijheden. Beschadigd door zijn technologieën. Je grenzen met Europa sluiten staat volgens Georgescu gelijk aan het sluiten van de grenzen voor het neoliberale verderf, dat volgens hem om te beginnen niet kapitalistisch is en zelfs een verlenging van het communisme met andere middelen. Deze realiteiten hebben het globaal kapitalisme voortgebracht, dat desalniettemin onhoudbaar is, wat zal blijken uit de ondergang van de wereld – die hij weliswaar voorspelde voor 2020; dat deze nog niet heeft plaatsgevonden lijkt hem niet te deren, omdat Georgescu in feite geen enkele moeite doet om een rationele basis te vinden voor al deze fantasiebeelden. Hij is een incoherente leuzenroeper die zich het air geeft van een messiaanse profeet.
Getrouw aan de regels voor verwijzingen in een profetisch geschrift citeert hij niet en noemt hij nooit een bron. Hij spreekt zeer neerbuigend, omdat hij zich gesteund weet door God en door die ‘vijfhonderdduizend krachtige boeren’ met wie hij de lotsbestemming van het land zal veranderen. Roemenië heeft niets anders nodig dan wat het al heeft: de mensen en de grond. Vooral wanneer hij spreekt over de bodem krijg je het gevoel dat zijn ogen enthousiast beginnen te fonkelen en hij zich laat meevoeren door geologische uitzinnigheid: ‘De Roemeense tomaat – cultiveer die maar eens in Duitsland! Laat de Duitser die produceren! Dat kan hij niet, ondanks al zijn technologie, omdat ons land de vruchtbaarste bodem heeft. Daarom is het heilige grond.’
Thermische waterbronnen
Daarnaast zijn er natuurlijk nog de thermische waterbronnen, de oerbossen, de haven van Constanța en – for some reason – de paarden, waarmee we een fortuin zouden kunnen verdienen. Daarom is het belangrijk dat onze grond niet aan buitenlanders wordt verkocht. Het land moet worden verdeeld onder onze eigen mensen, onder de boeren, want ‘de Roemeense boer staat voor het authentieke gen van de beschaving in het huidige millennium.
Hij vertegenwoordigt niet alleen de kans om Roemenië te herstellen, maar de hoop zelve op de wedergeboorte van de westerse wereld, die wanhopig probeert haar roekeloze daden uit het verleden recht te trekken.’ Zijn plan voorziet, afgezien van 0 procent belasting op het verbouwen van levensmiddelen, ook gratis wifi in het hele land.
Dit zou allemaal coherent kunnen lijken als je het onder invloed van hallucinogene paddenstoelen leest, maar het is duidelijk dat Călin Georgescu geen sociaaleconomische ideologie heeft en dat hij ook niet in staat is deze te formuleren: dit individu is een schotelantenne die alle obsessieve ideeën in de conservatieve media van het afgelopen anderhalve decennium heeft opgepikt en probeert ze allemaal te integreren in een visie op de samenleving. Dat is een samenleving van orthodoxe hobbits in anarchistisch-syndicalistische kibboetsen die met hun prehistorische schoffels winkelcentra te gronde richten en daarna kalm terugkeren om zich over hun tuintjes te ontfermen met behulp van dezelfde instrumenten als waarmee ze vrolijk hebben bijgedragen aan de dood van het wereldwijde neoliberalisme; in dezelfde tuintjes planten ze biologische blauwe bessen en onbespoten courgettes terwijl ze hun andere antenne op de hemel richten voor het geval dat de heilige drie-eenheid hun nieuws stuurt over het lot dat hun te wachten staat. Met zijn ecologische, collectieve christendom heeft Georgescu geen raakvlakken met de realiteit, omdat de werkelijkheid alles wat hij beweert als een kogelregen ontwijkt; Mihail Neamțu doet door zijn licht uitzinnige pseudo-intellectualisme hier en daar wel aan hem denken, maar Georgescu is in het uiterste van zijn dwalingen nog wereldvreemder.
Trots en nationalisme
De beweging van Georgescu en de rechtsextremistische partijen in Roemenië winnen terrein, met 33% van de stemmen in de recente parlementsverkiezingen. Mede wegens een gebrek aan degelijk onderwijs, blijken sommige kiezers geen bezwaar te hebben tegen het steunen van een fascistische politieke leider. Drie getuigenissen uit Scena 9.
Een dertigjarige man vertelt: ‘Na tien jaar in Denemarken te hebben gewoond, ben ik teruggekeerd naar Roemenië omdat ik het gevoel heb dat de West-Europese landen zich steeds verder verwijderen van de christelijke religie. De ontkenning van spiritualiteit vervreemdt de mens. We leven in een nihilistische maatschappij.’ Een andere man, eenentwintig jaar oud, zegt dat hij niet in democratie gelooft en zich door geen van de kandidaten vertegenwoordigd voelt; hij beschouwt hen als ‘controversiële persoonlijkheden met verborgen agenda’s’. In de eerste ronde van de presidentsverkiezingen trok hij zijn stem in. De protesten heeft hij niet bijgewoond. ‘Ik had de indruk dat linkse extremisten op het Universiteitsplein ruzie kwamen maken, dat ze de verkiezingen niet democratisch genoeg vonden,’ legt hij uit. En hij zegt dat het de eerste keer is dat hij de herdenking van de [fascistische] legionair [Corneliu Zelea Codreanu] heeft bijgewoond.
‘Als ik kon, had ik op George Simion gestemd,’ zegt een zeventienjarige jongen. Hij geeft toe dat hij niet veel onderzoek heeft gedaan naar de kandidaten, maar hij heeft verschillende gesprekken gehad met vrienden. Zij namen hem mee naar de begrafenis van Codreanu, waar hij meer te weten kwam over de Legionairs. ‘Ik wist daar niet veel over. We dachten altijd ten onrechte dat zij de Roemeense nazi’s waren.’ Voordat hij deze nieuwe gemeenschap ontdekte, miste hij ‘een gevoel van broederschap en nationalisme’.
Misschien heeft zijn recente succes te maken met het gehele spectrum aan problemen die onderdeel uitmaken van zijn ideologie, die in feite geen echte ideologie is, maar eerder een almanak. Die behelst het christendom, fel antiliberaal gedachtegoed, een aantal anticorporatistische, linkse noties, homofobie, argumenten voor collectivisatie, nationalisme, ecologisme, en wat je verder ook maar wilt, als een jas met honderd zakken. Călin Georgescu maakt het niet uit of het ergens op slaat, en niemand verwacht dat het ergens op slaat, volgens mij omdat niemand, zelfs hij niet, had verwacht dat hij zou winnen.
De boeken zelf zijn ongestructureerd en staan bol van herhalingen, idee-fixen en zelfplagiaat. Hele alinea’s worden integraal na enkele tientallen pagina’s herhaald, dezelfde teksten komen in beide boeken voor. Ongeveer de helft van het tweede boek bestaat uit interviews, maar die zijn zodanig self-serving dat het lijkt alsof hij zichzelf de vragen heeft gesteld. In de trant van: ‘Het land is dom, maar u niet. Hoe doet u dat?’ Om te beginnen wordt er bij de interviews geen bron vermeld, en zelfs geen gesprekspartner. Sterker nog, sommige uitspraken in de interviews in het tweede boek komen in zijn eerste boek gewoon voor als alinea’s in zijn betoog. Zo is er een heel stuk uit een bepaald interview in het ene boek dat één op één overeenkomt met een alinea in het andere boek, waarin dezelfde zinnen echter geen deel uitmaken van een interview. In een van die gesprekken wordt Georgescu gevraagd naar belangrijke figuren uit de Roemeense politiek. Eerst gaat het over Ludovic Orban, en vervolgens over [Marcel] Ciolacu, en over allebei zegt hij: ‘ik weet niet wie dat is’, wat belachelijk is en aantoonbaar onjuist (vooral omdat hij een paar pagina’s later over hen spreekt alsof hij hen wel zou kennen).
En uiteindelijk, de apotheose: in een gesprek dat hij op Zoom voert over The Matrix citeert hij [de socioloog Jean] Baudrillard en legt hij aan zijn gesprekspartners uit hoe het zit met de ‘kopie’ die op ‘de troon’ is gaan zitten en ‘zich als Hyperrealiteit’ voordoet. Ik weet niet of er een metafoor bestaat die hemzelf beter zou beschrijven. Zelfs in zijn eigen woorden is Georgescu een vervalsing waarvoor nooit een origineel heeft bestaan. Alles wat hij zegt is duidelijk een leugen die nergens op gebaseerd is.