Wat is de echte Hamas?

Estimated read time 31 min read

Hoe Israëlische, Palestijnse en Amerikaanse politieke actoren tegen Hamas aankijken is niet slechts een theoretische kwestie – het is beslissend voor het soort overeenkomst dat kan worden bereikt om de huidige oorlog te beëindigen, en voor de toekomst van Gaza.

Eind oktober 2023 publiceerde de voormalige Israëlische vredesactivist Gershon Baskin een open brief waarin hij een man hekelde die hij lange tijd een vriend had genoemd – Ghazi Hamad, een hooggeplaatste Hamas-functionaris. Baskin, architect van de deal waarmee de Israëlische soldaat Gilad Shalit in 2011 uit Hamas-gevangenschap werd bevrijd, is een van de weinige Israëlische burgers die consequent contact heeft onderhouden met leiders van de Palestijnse islamitische beweging. Hamad, een voormalig journalist die is afgestudeerd in diergeneeskunde, was eveneens betrokken bij de Shalit-onderhandelingen en was viceminister van Buitenlandse Zaken in de Hamas-regering van 2012. Voorafgaand aan de aanslagen van 7 oktober wisselden Hamad en Baskin ruim tien jaar lang regelmatig telefoongesprekken en sms-berichten uit. Deze gingen voornamelijk over onderhandelingen rondom gevangenenruil, en soms over de mogelijkheid van een langdurige wapenstilstand tussen Israël en Hamas. Het tweetal ontwikkelde een warme werkrelatie, gebaseerd op wederzijds vertrouwen.

Na 7 oktober en het begin van de Israëlische grondinvasie in de Gazastrook begon die relatie barsten te vertonen. Hamad hield vol dat de aanvallen volledig gerechtvaardigd waren en ontkende dat Hamas-strijders wreedheden hadden begaan tijdens hun invasie in Israël. Op 24 oktober zwoer Hamad in een interview voor een Libanees tv-kanaal dat Hamas ‘keer op keer’ dezelfde daden zou plegen. Hij zei dat ‘Al-Aqsa Flood’, de naam die Hamas gebruikt voor zijn gewapende offensief, ‘slechts de eerste aanval is, er zullen een tweede, een derde en een vierde volgen’. Hamad, ooit beschouwd als een weldenkende analist van de Palestijnse politiek, verklaarde nu dat ‘niemand ons verwijten moet maken over wat we doen – of het nou op 7 oktober, op 10 oktober of op 1.000.000 oktober is. Alles wat we doen is gerechtvaardigd.’

Verraad

Voor Baskin klonk dit niet als de man die hij had leren kennen. De uitspraken van Hamad, ‘die als een van de meest gematigde mensen van Hamas werd gezien’, aldus Baskin, klonken voor hem als verraad. Baskin had lang betoogd dat het mogelijk was om een akkoord met Hamas te bereiken over een ‘hudna’, of een wapenstilstand van bepaalde duur, in ruil voor het opheffen van de land-, lucht- en zeeblokkade van de Gazastrook, die Israël met steun van Egypte heeft afgedwongen sinds Hamas in 2007 aan de macht kwam. Baskin geloofde dat Hamad kon helpen Hamas akkoord te laten gaan met een tweestatenoplossing. In de maanden voor 7 oktober probeerde Baskin een ontmoeting met hem in Europa te organiseren om een wapenstilstand op lange termijn te bespreken.

Maar na 7 oktober veranderde ook Baskin zijn standpunt. ‘Hamas heeft zijn bestaansrecht als regering van om het even welk grondgebied verspeeld, vooral van het grondgebied naast Israël’, schreef hij op 28 oktober in een artikel voor The Times of Israel. ‘Hamas verdient nu ten volle de vastberadenheid van Israël om hen te elimineren als het politieke en militaire orgaan dat Gaza controleert.’ Meer recent heeft Baskin voorgesteld om Hamas-leiders zoals Yahya Sinwar uit Gaza te verbannen als onderdeel van een mogelijke staakt-het-vurendeal. Hij heeft ook voorgesteld om Hamas uit te sluiten van deelname aan toekomstige Palestijnse verkiezingen, tenzij ze het geweld afzweren. Het is niet zo dat Baskin de hoop op vrede heeft opgegeven – hij blijft in de internationale media aanwezig als zeldzame, enigszins wanhopige Israëlische stem die oproept tot een einde aan de oorlog. Maar hij gelooft niet langer dat Hamas deel kan uitmaken van de oplossing. En sinds oktober hebben veel Israëli’s, zelfs of misschien wel juist centrumlinkse, een vergelijkbare gedachtegang ontwikkeld.

Eind december zat ik met Baskin in de kelder van zijn huis, in een rustige, lommerrijke wijk van Jeruzalem. Baskin, geboren in New York, is een gedrongen, energieke man van achter in de zestig. Als hij opendoet heeft hij om zijn nek een zilveren hondenpenning met de woorden ‘Bring them Home’, die het embleem is geworden van de beweging die oproept tot de terugkeer van de meer dan honderd Israëlische gijzelaars die nog steeds door Hamas worden vastgehouden.

Eén vraag loopt als een rode draad door het verhaal van Baskins uitwisseling met Hamad: is Hamas veranderd, of heeft Baskin de groep gewoon altijd verkeerd begrepen? Baskin gelooft in het eerste. ‘Het grootste deel van de jaren voorafgaand aan 7 oktober was er een bereidheid om een pragmatische wapenstilstand voor de lange termijn te verkennen,’ vertelt hij me. ‘Achteraf gezien werd duidelijk – er waren tekenen, maar niemand van ons herkende deze – dat Hamas vanaf twee jaar voor 7 oktober besloten had dat een langdurige modus vivendi [met Israël] een no-go was en dat ze al die tijd plannen maakten voor een uiteindelijke aanval.’

Baskin herinnert zich zijn laatste gesprek met Hamad, eind oktober. ‘Tijdens de eerste dagen van de oorlog, toen ik hoorde dat zijn huis gebombardeerd was en ik niet wist dat hij niet in Gaza was, zei ik tegen hem: “Ghazi, als ze achter jou aan gaan, is niemand van Hamas veilig.”’ (In de aanloop naar de oorlog was Hamad naar Beiroet vertrokken.) ‘Hij antwoordde me: “We hebben veel verrassingen in petto, en we gaan veel Israeli’s doden.”’

Eén ding is zeker: de organisatie is vandaag de dag relevanter dan ze ooit is geweest

Dat was het moment waarop Baskin zijn open brief aan Hamad op sociale media plaatste. ‘Het doet me pijn te moeten zeggen dat ik jou echt vertrouwde en dat ik dacht dat we konden helpen om onze volkeren een betere toekomst te geven. Maar jij en je vrienden hebben de Palestijnse zaak vijfenzeventig jaar teruggedraaid’, aldus zijn bericht. ‘Ik denk dat je je verstand en je morele code hebt verloren.’ Daarmee verbrak Baskin hun contact.

Vijf maanden na de brute oorlog van Israël in Gaza zijn meer dan 30.000 Palestijnen gedood, waarvan het grootste deel burger is. De Israëlische grondinvasie heeft 2 miljoen Palestijnen binnen de Gazastrook op de vlucht gejaagd, velen van hen wonen nu gedwongen in geïmproviseerde tenten rond de zuidelijke stad Rafah. In het noorden van Gaza, waarvan grote delen zijn platgewalst door aanhoudende Israëlische luchtaanvallen en artilleriebeschietingen, waarschuwen internationale deskundigen dat een ‘hongersnood ophanden is’. Er zijn al Gazaanse kinderen gestorven door gebrek aan voedsel.

Aangezien de oorlog nog steeds voortduurt, is de manier waarop Israëlische, Palestijnse en Amerikaanse politieke actoren tegen Hamas aankijken niet slechts een theoretische kwestie; hun visie speelt in deze oorlog een even wezenlijke rol als kogels en tanks. Deze geeft namelijk de militaire strategie vorm en zal bepalen wat voor soort overeenkomst er kan worden bereikt om de huidige oorlog te beëindigen, en hoe de toekomst van Gaza eruit zal zien.

Het uiteenvallen van de relatie tussen Baskin en Hamad weerspiegelt dus een breder en verder teruggaand debat over Hamas, een debat dat alleen maar urgenter is geworden. De kern ervan is een vraag over de essentie van de organisatie: is deze in de eerste plaats een nationalistische groepering met een islamistisch karakter, die een constructieve speler zou kunnen zijn in een zinvol vredesproces, of is het een meer radicale, fundamentalistische groepering, waarvan de vijandigheid tegenover Israël zo hardnekkig is dat ze alleen de rol van gewelddadige oppositie kan spelen?

Dominant discours

Eén kamp in dit debat, dat voornamelijk bestaat uit westerse antiterrorismedeskundigen en Amerikaanse en Israëlische veiligheidsanalisten, heeft de groepering lange tijd gezien als een groep die wordt gedefinieerd door zijn gewelddadige vijandigheid tegenover het bestaan van Israël. Volgens deze typering was er niets verrassends aan 7 oktober. In plaats daarvan, in de woorden van Matthew Levitt, een voormalig ambtenaar van de regering-Bush en auteur van een boek over Hamas uit 2007, ‘toonde deze gebeurtenis op de meest meedogenloze en brute manier aan dat Hamas uiteindelijk prioriteit gaf aan de vernietiging van Israël en de oprichting van een islamitische Palestijnse staat in zijn plaats’. Analisten van deze school noemen doorgaans de enorme tunnelinfrastructuur van Hamas als bewijs dat de groep zijn eigen strijders beschermt terwijl de Gazaanse burgers bovengronds aan hun lot worden overgelaten.

Een ander, meer heterogeen kamp, bestaande uit academici en denktankers, van wie velen Palestijns zijn, ziet Hamas als een veelzijdige, complexe politieke speler, verdeeld tussen radicale en gematigde tendensen. Zij stellen dat Hamas het product is van de realiteit waarin de Palestijnen leven – brute bezetting en blokkade – en daarom in potentie reageert op veranderingen in die omstandigheden. Het probleem is volgens deze opvatting dat zelfs wanneer Hamas-leiders open leken te staan voor gematigdheid, het Israëlische beleid het voor de groep onmogelijk maakte om deze lijn te volgen. Hiermee zou de groepering haar geloofwaardigheid onder de Palestijnen verspelen als het laatste bastion van betekenisvolle oppositie tegen Israël en zijn bezetting.

Toen we elkaar in januari spraken, zei de Palestijnse geleerde Tareq Baconi dat ‘de belangrijkste misvatting’ binnen het dominante discours over Hamas het idee is dat ‘als Hamas als bedreiging voor de veiligheid zou worden ondermijnd, Israël geen problemen meer zou hebben met de Palestijnen’. Als ‘Hamas morgen zou verdwijnen’, zei hij, dan zouden de Israëlische blokkade van Gaza en het militaire bewind op de Westelijke Jordaanoever blijven bestaan. ‘Er wordt vaak gesuggereerd dat dit een oorlog is tussen Israël en Hamas in plaats van een oorlog tussen Israël en de Palestijnen, waarmee Hamas buiten de Palestijnen wordt geplaatst,’ voegde hij eraan toe. ‘Dit duidt op het onvermogen om de politieke drijfveren van de Palestijnen te adresseren.’ 

Khaled Elgindy, een voormalig adviseur van de leiding van de Palestijnse Autoriteit (PA) voor onderhandelingen met Israël en nu senior fellow bij de denktank Middle East Institute, stelt dat elke naoorlogse regeling die Hamas uitsluit, gedoemd is om de fouten te herhalen die tot de huidige oorlog hebben geleid. ‘Het is precies dit idee, om vrede te sluiten met deze groep Palestijnen terwijl we oorlog voeren met die groep Palestijnen, dat door Israël werd gebruikt om zijn economische wurggreep en periodieke bombardementen op de Gazastrook te rechtvaardigen,’ vertelde hij me. ‘In termen van conflictoplossing heeft die zienswijze geen enkele zin.’ 

‘Hamas is een gegeven in het politieke leven in Gaza en in het Palestijnse landschap in het algemeen. En één ding is zeker: de organisatie is vandaag de dag veel relevanter dan ze ooit is geweest,’ aldus Elgindy. In een artikel voor Foreign Affairs dat eind vorig jaar werd gepubliceerd, ging hij dieper in op zijn standpunt dat Hamas deel moet uitmaken van een naoorlogse regeling. Het doel, schreef Elgindy, zou moeten zijn om Hamas en andere hardline militante facties op te nemen in de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), de overkoepelende groep die wordt gedomineerd door de seculier-nationalistische partij Fatah, die wordt erkend als de enige officiële vertegenwoordiger van het Palestijnse volk op het wereldtoneel.

Elgindy gelooft dat binnen de Palestijnse politiek het afwijzende standpunt van Hamas en de samenwerking van de Palestijnse Autoriteit met Israël naast elkaar kunnen bestaan, zoals de Israëlische politiek partijen omvat die het engagement met de Palestijnse Autoriteit steunen en ook partijen die zich ertegen verzetten. Op korte termijn, erkent hij, kan dat ‘het bereiken van een tweestatenoplossing moeilijker maken, omdat ze een veto zullen hebben, zoals elke oppositiepartij dat heeft’. Maar op lange termijn zou de integratie van Hamas in de PLO de aanhoudende breuk in de Palestijnse nationale beweging helen, die Israël een handig excuus heeft verschaft om deelname aan de onderhandelingen te weigeren. Als Hamas zou toezeggen zich te houden aan de akkoorden die Israël en de PLO hebben ondertekend, zou dat niet alleen de kans vergroten dat een vredesakkoord standhoudt, het zou Hamas ook beletten om ‘als een vrije agent op te treden en meer bedrieglijke acties op te zetten’, aldus Elgindy.

Op dit moment lijkt het echter zeer onwaarschijnlijk dat Hamas-leiders, in Gaza of daarbuiten, bereid zouden zijn om in te stemmen met een programma van het soort dat Elgindy en anderen hebben geschetst in wat wel ‘de beleidsruimte van het Midden-Oosten’ wordt genoemd. Begin maart ontmoetten vertegenwoordigers van Hamas, Fatah en andere Palestijnse politieke groeperingen elkaar naar verluidt in Moskou voor besprekingen over een vereniging. Sinds de oorlog tussen Hamas en Fatah in 2007 zijn er meer dan tien soortgelijke verzoeningspogingen geweest, gesponsord door een reeks Arabische en door moslims geleide regeringen. Geen van deze pogingen heeft tot structurele afspraken geleid

Maar het is hoe dan ook niet waarschijnlijk dat de militaire groep zou verdwijnen. ‘Ik denk dat mensen geloven in de basisgedachte dat als we Hamas vernietigen of op zijn minst marginaliseren, vrede dichterbij komt,’ zegt Elgindy. In de praktijk, vervolgt hij, rechtvaardigt dit standpunt de verwoestende aanval van Israël op Gaza. Volgens hem is dit standpunt niet niet alleen strategisch, maar ook moreel gezien verkeerd.

Waqf

Hamas werd in 1987 opgericht door leden van de Palestijnse tak van de Moslimbroederschap tegen de achtergrond van de eerste intifada, de Palestijnse volksopstand die ontbrandde toen een Israëlische vrachtwagen vier Palestijnse arbeiders doodreed in het vluchtelingenkamp Jabalia in Gaza. De naam van de groep, die ‘ijver’ betekent, is een acroniem voor Harakat al-Muqawamah al-Islamiyyah, of de Islamitische Verzetsbeweging. Historisch gezien geloofden de leden dat de Palestijnse samenleving geïslamiseerd moest worden om de strijd tegen Israël te winnen. Maar naarmate de demonstraties toenamen, kregen ze het gevoel dat zij de strijd moesten gaan leiden.

De oprichters van Hamas waren voor het grootste deel vluchtelingen die geboren waren in wat nu Israël is en gedwongen werden om naar de Gazastrook te vluchten tijdens wat de Palestijnen de Nakba noemen, de verdrijving van ongeveer 700.000 Palestijnen tijdens de oorlog van 1948. Sjeik Ahmad Yassin, de geestelijk leider van de groep, werd in 1936 geboren in het dorp Al-Jura, vlak bij de stad Ashkelon, in het zuiden van het huidige Israël. Yassin, die klein van stuk was en een zachte stem had, gekleed ging in een witte lijkwade en in een rolstoel zat vanwege een ongeluk in zijn jeugd, leek voor zijn volgelingen het lijden van zijn volk te belichamen. In 2004 vermoordde Israël Yassin, net als veel andere leiders van Hamas, toen Israëlische helikopters op hem en zijn gevolg schoten toen ze ’s ochtends na het gebed een moskee verlieten.

Het oprichtingshandvest van de organisatie uit 1988 is een mengeling van Korancitaten, verhandelingen over de islamitische leer, nationalistische verklaringen en samenzweerderig antisemitische teksten. Het document definieert het land Palestina als een waqf, of islamitisch erfgoed, ‘dat tot aan de dag des oordeels toekomt aan toekomstige moslimgeneraties’ en waarvan geen centimeter mag worden afgestaan. Het beschuldigt zionisten van het aanzetten tot de Franse en Bolsjewistische Revolutie en bestempelt groepen als ‘de Vrijmetselaars en de Rotary en Lions Club’ tot ‘destructieve organisaties die inlichtingen verzamelen’ en het ‘nazisme van de Joden’ in de hand werken. Het kenmerkt de Palestijnse nationale strijd als religieuze oorlog. Het is, met andere woorden, een onwaarschijnlijk handvest voor een beweging die, binnen tien jaar, zou proberen de Palestijnse zaak te vertegenwoordigen, terwijl deze voor het grootste deel van de voorgaande halve eeuw was geleid door uitgesproken seculiere groepen.

‘Hamas heeft altijd geprobeerd om tussen het gewelddadige en het diplomatieke spoor te schakelen’

Of het islamitisch radicalisme van het oprichtingshandvest de operationele ideologie van de organisatie vertegenwoordigt, staat al vrijwel sinds de oprichting van de groep ter discussie. Volgens sommige islamitische politicologen staat de religieuze retoriek van Hamas vooral in dienst van de nationalistische doelen. Volgens Azzam Tamimi, schrijver van het boek Hamas: A History from Within, realiseerden de leiders van de beweging zich dat ze zich, naarmate ze groeiden, op een meer toegankelijke manier moesten definiëren. Een document getiteld This Is What We Struggle For, geschreven in het midden van de jaren negentig als antwoord op een verzoek van een Europese diplomaat om duidelijkheid over de doelstellingen van de groep, definieerde Hamas in termen die afweken van die in het oprichtingshandvest. Hamas heette ineens ‘een Palestijnse nationale bevrijdingsbeweging die strijdt voor de bevrijding van de Palestijnse bezette gebieden en voor de erkenning van de legitieme Palestijnse rechten’. 

In zekere zin komt de vraag hoe we Hamas moeten begrijpen voort uit de kloof tussen deze twee retorische modi: tussen compromisloze jihad en de taal van antikoloniaal verzet, tussen fundamentalistische ideologie en politiek pragmatisme.

‘Er is niet één “Hamas”’, schrijft Tareq Baconi in zijn boek Hamas Contained: The Rise and Pacification of Palestinian Resistance. ‘Het is onzinnig en bovendien onnauwkeurig en te simpel om te suggereren dat de beweging een soort monolithische actor is’, vervolgt de auteur. Binnen de organisatie zijn er hardliners en pragmatici, religieuze conservatieven en relatieve gematigden, mensen die voorrang geven aan de gewapende strijd tegen Israël en mensen die, tenminste tot voor kort, winst wilden behalen via politieke weg. Hamas heeft ‘altijd geprobeerd om tussen het gewelddadige en het diplomatieke spoor te schakelen, om van het ene spoor naar het andere te gaan wanneer het zag dat dat beter uitkwam’, zegt Hugh Lovatt, een Midden-Oostendeskundige en senior beleidsmedewerker bij de European Council on Foreign Relations.

De leiding van Hamas was niet altijd eensgezind over hun visie, maar de hardnekkige Israëlische bezetting van de Westelijke Jordaanoever en Gaza gaf de groep wel een gemeenschappelijk doel. In 1993, toen de PLO onder leiding van Yasser Arafat met de ondertekening van het eerste Oslo-akkoord de staat Israël erkende en geweld afzwoer, was het Hamas dat zich opwierp om gewapend verzet te bieden en zich in te zetten voor de bevrijding van heel historisch Palestina. Het akkoord tussen Israël en de PLO was een teleurstelling voor veel Palestijnen, en niet alleen voor aanhangers van Hamas. In een vooruitziend essay uit 1993 noemde de Palestijnse intellectueel Edward Said de Oslo-akkoorden ‘een instrument om Palestina tot overgave te dwingen, een Palestijns Versailles’. Arafat had ermee ingestemd om de gewapende strijd tegen Israël op te geven en de ‘unilaterale en internationaal erkende aanspraak van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en Gaza’ te laten vallen, schreef Said, terwijl ‘Israël daar niets tegenover heeft gesteld’.

In de jaren 1990 voerde Hamas, dat fel gekant was tegen de akkoorden, zijn strijd tegen Israël op. In de beginjaren namen de aanvallen voornamelijk de vorm aan van klein geweervuur, bermbommen met lage intensiteit en lowtechpogingen om Israëlische soldaten te ontvoeren. Dat veranderde op 6 april 1994, toen een Palestijnse man, gestuurd door een van de leiders van de gewapende vleugel van Hamas, zichzelf opblies bij een bushalte in de Noord-Israëlische stad Afula, waarbij acht Israëli’s omkwamen. Het was uitdrukkelijk een wraakactie als reactie op het bloedbad van negenentwintig gelovigen in de Ibrahimi-moskee, twee maanden eerder aangericht door een Israëlische extremist die de vredesbesprekingen tussen de Israëlische regering en de PLO wilde laten ontsporen. De zelfmoordaanslag kenmerkte ook de opkomende militaire strategie van Hamas. Hamas-leiders zagen in burgerdoden de zwakke plek van Israël, omdat ze het gevoel van persoonlijke veiligheid van de Israëliërs zouden aantasten en uiteindelijk de Israëlische vastberadenheid zouden verminderen.

Het mislukken van de Camp David-gesprekken in 2000 en het uitbreken van de tweede intifada markeerden de transformatie van Hamas in meer dan een spelbreker alleen. Hamas ontpopte zich als een echte tegenstander van de PLO en de instellingen van de pas opgerichte Palestijnse Autoriteit. Hoe meer Israël de bouw van nederzettingen voortzette en het militaire bezettingsapparaat verstevigde door controleposten en muren te bouwen, hoe meer Fatah en de PA leken te capituleren en hoe sterker de compromisloze positie van Hamas werd. Hoewel de groep in de jaren 2000 steeds meer zelfmoordaanslagen pleegde, werd hun arsenaal ook uitgebreid. In 2001 vuurde Hamas zijn eerste raketten af vanuit de Gazastrook.

Mandaat

Voor de leiders van Hamas leek deze strategie van geweld gerechtvaardigd in augustus 2005, toen Israël begon met de terugtrekking van zijn leger en meer dan achtduizend kolonisten uit de Gazastrook. (Voor Ariel Sharon, de toenmalige Israëlische premier, was de terugtrekking daarentegen een tactische zet die bedoeld was om toekomstige vredesonderhandelingen te saboteren.) ‘Vandaag verlaten jullie vernederd Gaza,’ verkondigde Mohammed Deif, Ayyashs opvolger en commandant van Al Qassam Brigades, in een videoboodschap na de terugtrekking. ‘Hamas zal niet ontwapenen en zal de strijd tegen Israël voortzetten totdat het van de kaart is geveegd.’

Een misschien verrassend resultaat van de Israëlische terugtrekking uit Gaza was dat, terwijl deze voor velen binnen Hamas het succes van de gewapende strijd leek te weerspiegelen, de groep vanaf dit moment haar focus leek te verleggen naar meer conventionele politiek. Voorheen had Hamas het verkiezingsproces grotendeels geboycot, omdat deelname daaraan zou neerkomen op een erkenning van de Oslo-akkoorden. Nu, aangemoedigd door de Israëlische terugtrekking, deed Hamas mee aan de parlementsverkiezingen van januari 2006 met een anticorruptie- en wetshandhavingsprogramma. Tot grote schrik van velen in de PA, Israël en de regering-Bush behaalde Hamas een absolute meerderheid. ‘Ik heb me afgevraagd waarom niemand dit zag aankomen,’ zei toenmalig Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice. De groep die de door het Oslo-kader opgerichte instellingen lange tijd had afgewezen, had nu een mandaat om de bevolking te leiden.

Door mee te doen aan de verkiezingen leek Hamas geweld te verruilen voor politieke betrokkenheid. ‘Er zijn bepaalde fundamentele principes die ze niet zullen opgeven, maar uiteindelijk zijn ze niet star in hun aanpak,’ zegt Tahani Mustafa, Palestijns analist bij de International Crisis Group. ‘Dat betekent niet dat ze de strijd voor de bevrijding van Palestina opgeven,’ voegt hij eraan toe. ‘Ze proberen een middenweg te vinden tussen wat ze willen bereiken en wat realistisch is.’ Voorafgaand aan de parlementsverkiezingen had Hamas, destijds geleid door Khaled Meshaal, de Caïro-verklaring van mensenrechten in de islam van 2005 ondertekend, waarin de PLO werd uitgeroepen tot ‘de enige legitieme vertegenwoordiger van het Palestijnse volk’ en waarin werd opgeroepen tot de oprichting van de Palestijnse staat.‘Hamas legde zich tussen 2005 en 2007 de facto neer bij een politiek programma dat, indien het op de juiste manier werd opgevolgd, had kunnen leiden tot de oprichting van een Palestijnse staat naast Israël en tot de ontmanteling van de bezetting’, schreef Baconi eind vorig jaar in een essay voor Foreign Policy. Maar of een door Hamas bestuurde Palestijnse Autoriteit haar volksmandaat zou hebben gebruikt om een Palestijnse staat naast Israël na te streven in plaats van dat ze de PA zou hebben ingezet om een heviger gewapend conflict na te streven, zoals Israëlische leiders vreesden, zullen we nooit weten. De ‘gok van Hamas’ – de verschuiving naar deelname binnen het PA-kader en het onderschrijven van een Palestijnse staat met de grenzen van ’67 – ‘loonde’, schrijft Baconi in zijn essay, ‘in die zin dat het zekere voor het onzekere werd genomen’.

‘Hamas was nooit democratisch of zacht autoritair, zoals in sommige literatuur wordt beweerd’

Als reactie op de verkiezingsoverwinning van Hamas in 2006 weigerden Fatah-leden toe te treden tot de door Hamas geleide regering. Israël verscherpte zijn omheining rondom de Gazastrook. De VS en de Europese Unie zetten al snel een punt achter hun hulp. Tegen de herfst van 2006 waren groepen schutters van Fatah en Hamas weer begonnen te moorden, ontvoeren en martleren, zelfs toen de eenheidsgesprekken tussen Abbas en Meshaal werden voortgezet. Op 14 juni 2007, na vijf dagen van hevige vuurgevechten in Gaza, verdreef Hamas de PA uit het gebied – en bevond de organisatie zich plotseling in een geheel nieuwe rol. Het was nu verantwoordelijk voor het dagelijks leven in Gaza.

Sjeik Yassin beweerde ooit dat hij tijdens de eerste intifada een Israëlisch aanbod om de Gazastrook over te nemen had afgeslagen. ‘Het zou gek zijn geweest als we ermee hadden ingestemd om slechts een stand-in te zijn voor de Israëlische overheersing,’ was zijn argument. Maar nu zag Hamas zich voor de taak gesteld om een gebied te besturen dat werd belegerd vanuit de lucht, over land en over zee en dat bijna routinematig gebombardeerd en beschoten werd door Israël.

In de daaropvolgende anderhalf decennium consolideerde Hamas geleidelijk zijn heerschappij over de kustenclave. Het leek dat Hamas was veranderd van een militante groep met een ideologie van gewapende oppositie in een macht die over een pseudostaat regeert. Een kwart van de ministers in het eerste kabinet had een Amerikaans diploma. ‘Ze waren nooit democratisch of zacht autoritair, zoals in sommige literatuur wordt beweerd,’ zegt Khalil Sayegh, een in Gaza geboren vredesactivist. ‘Maar ze waren slim genoeg om het Westen te misleiden over hoe ze met de situatie omgingen.’ Na het verdrijven van Fatah ging Hamas verder met het indammen van de macht van de groepen in Gaza, die een alternatieve machtsbasis vormden. Om afwijkende meningen de kop in te drukken en conformiteit af te dwingen, voegt Sayegh eraan toe, gebruikte Hamas tactieken die varieerden van openbare vernedering tot chantage en marteling.

Hamas heeft nooit de sharia ingevoerd, ondanks de druk van sommige hardliners van de beweging, maar wel geprobeerd om, nogal lukraak, de publieke moraal wettelijk vast te leggen. ‘Islamiserende maatregelen worden aarzelend voorgesteld en vervolgens weer ingetrokken als burgers bezwaar maken’, aldus een rapport van de Crisisgroep uit 2011. Tegelijkertijd kreeg Hamas kritiek van meer radicale salafistische groeperingen omdat ze er niet in slaagden het gebied een strikte islamitische wet op te leggen. Toen salafisten gelieerd aan Al-Qaida in 2009 een Islamitische Staat uitriepen in het zuiden van de Gazastrook, werden ze door Hamas met geweld neergeslagen tijdens een aanval op een moskee in Rafah.

Hamas ontwikkelde een uitgebreid tunnelsysteem om de zware omstandigheden tijdens de blokkade te omzeilen en om zijn strijders te beschermen tegen Israëlische luchtaanvallen. De tunnels die Gaza met Egypte verbinden, werden de economische levensader van het belegerde gebied en bovendien een belangrijk kanaal voor wapensmokkel. Volgens een schatting leverden de inkomsten uit de tunnels de Hamasregering halverwege de jaren 2010 ongeveer 750 miljoen dollar per jaar op. Toch was dit lang niet genoeg om te voorkomen wat de Amerikaanse politicologe Sara Roy de ‘de-ontwikkeling van Gaza’ heeft genoemd. In de eerste jaren van het Hamasregime was er sprake van economische groei, maar tussen 2007 en 2022 daalde het reële bbp per hoofd van de bevolking met 2,5 procent per jaar, terwijl de bevolking sterk toenam. Gedurende een groot deel van de afgelopen anderhalf decennium hebben VN-functionarissen gewaarschuwd dat Gaza op de rand stond van een humanitaire crisis.

Tijdens deze jaren ontwikkelden Hamas en Israël een manier om met elkaar om te gaan – wat Baconi ‘een evenwicht in oorlogszucht’ noemt. De raketbeschietingen van Hamas vanuit Gaza werden een middel om met Israël te onderhandelen. In ruil voor het staken van de beschietingen verlangde Hamas bijvoorbeeld een versoepeling van de blokkade of werkvergunningen voor meer Palestijnse arbeiders die Israël wilden binnenkomen. Op zijn beurt vergold Israël de Hamas-raketten met luchtaanvallen en beschietingen – ‘het gras maaien’, zoals Israëlische militaire strategen het met hun gruwelijke eufemisme beschreven – totdat het Hamas voldoende dacht te hebben ‘afgeschrikt’ tot de onvermijdelijke volgende ronde.

Israël begon het voordeel te zien van Hamas als de uitvoerende regering in Gaza. De partij ondersteunde de belegerde Gazaanse bevolking en hield de activiteiten van andere gewapende militante groeperingen in toom, net zoals de PA deed in de Westelijke Jordaanoever. Tegelijkertijd vertegenwoordigde Hamas het onwankelbare verzet tegen Israël. ‘Er leek een soort modus vivendi te zijn ontstaan tussen Israël en Hamas,’ aldus Zaha Hassan, een mensenrechtenadvocaat en senior juridisch adviseur van het Palestijnse onderhandelingsteam toen Palestina het lidmaatschap van de VN aanvroeg. (In de maand voorafgaand aan 7 oktober, voegde ze eraan toe, ‘was er meer interactie en betrokkenheid tussen Israël en Hamas dan tussen Israël en de PA’.)

Voor Netanyahu had deze regeling een bijkomend voordeel. Door de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook onder apart bestuur te houden, van respectievelijk de PA en Hamas, bleef de Palestijnse nationale beweging onderling verdeeld en was deze makkelijker te bedwingen. In de tien jaar die volgden hielpen Netanyahu’s regeringen de Hamas-administratie in Gaza overeind en vergemakkelijkten ze de overdracht van miljarden dollars van Qatar naar de islamistische groepering. ‘Netanyahu heeft altijd een sterk onuitgesproken partnerschap gehad met Hamas, dat hij beschouwde als een onschatbare troef om de oprichting van een Palestijnse staat te voorkomen’, vertelt Hussein Ibish, senior onderzoeker aan het Arab Gulf States Institute, via e-mail. ‘Deze ongelooflijk cynische verdeel-en-heersstrategie, die hij nog altijd niet volledig lijkt te hebben opgegeven, leidde onverbiddelijk en vrijwel onvermijdelijk tot 7 oktober.’ 

Gepacificeerd

Maar Netanyahu was niet alleen cynisch. Hij lijkt, net als een groot deel van Israëls defensieapparaat, oprecht te hebben geloofd dat er als gevolg van hun verantwoordelijkheid een fundamentele verschuiving had plaatsgevonden in de strategische overwegingen van de groep – dat Hamas in feite was gepacificeerd.

Inmiddels is duidelijk dat het Israëlische beleid ten aanzien van Hamas was gebaseerd op een tegenstrijdigheid. Aan de ene kant rechtvaardigde Israël zijn strafblokkade en periodieke bombardementen op Gaza met het argument dat Hamas een bloeddorstige terroristische groep was die uit was op de vernietiging van Israël. Aan de andere kant gedroeg Israël zich in zijn feitelijke omgang met Hamas alsof Hamas niet alleen zijn streven naar de vernietiging van Israël had opgegeven, maar ook elke iedere ambitie het gebied te bezetten, en simpelweg tevreden was met hun besturende rol in Gaza.

Binnen Hamas en onder zijn aanhangers was de perceptie echter heel anders. ‘2008-2009, 2012, 2014, 2021 – het is voortdurend oorlog,’ zegt Azzam Tamimi me telefonisch vanuit Istanboel. ‘Hamas is niet gepacificeerd. Het heeft alleen maar gevochten, en soms zijn er onderbrekingen in de gevechten.’ Deze analyse verschilt niet veel van hoe een groot deel van het Israëlische veiligheidsapparaat de groep vandaag ziet. ‘Hamas is nooit gestopt met het voorbereiden van operaties als reactie op Israëlische provocaties,’ voegt Tamimi eraan toe. ‘Ik bedoel, de voorbereidingen voor 7 oktober vonden niet zomaar van de ene op de andere dag plaats.’

In Israëlische defensiekringen wordt de opeenstapeling van mislukkingen rond 7 oktober inderdaad gezien als bewijs dat Netanyahu’s regeringen Hamas totaal verkeerd hebben begrepen. ‘We dachten dat, als we de organisatie zouden omkopen door ze geld te geven of ze in staat te stellen de economie te ontwikkelen, ze meer verantwoordelijkheidsgevoel zou ontwikkelen,’ zei Kobi Michael, een senior onderzoeker aan het Institute for National Security Studies, een denktank die nauwe banden heeft met het Israëlische leger, toen we elkaar eind december spraken. ‘Dat bleek is een illusie.’ Zoals Michael het ziet, hebben de Israëlische leiders niet ingezien dat Hamas in de kern een ‘messiaanse’ organisatie is die niet kan worden beheerd. ‘Ze hebben een zeer religieuze manier van denken, die irrationeel is,’ zei hij. ‘Het kwam ons goed uit om te denken dat ze op ons lijken.’

Naarmate de oorlog vordert, stellen Israëlische beleidsanalisten steeds vaker dat de oorlogszuchtige retoriek van de leiders van Hamas letterlijk moet worden genomen – dat wanneer ze beloven te vechten tot Israël is vernietigd, ze dat ook menen. ‘Ik lees de geschriften in hun originele taal en ik geloof ze, ik geloof ze gewoon,’ zegt Michael Milshtein, een Israëlische voormalige inlichtingenofficier, over de Arabische publicaties en uitingen van Hamas. Volgens hem was een belangrijke reden voor het enorme falen van het Israëlische leger op 7 oktober dat de inlichtingendiensten en, nog erger, de politiek leiders van het land de aard van hun vijand uit het oog waren verloren en geen acht sloegen op de veelvuldige openbare dreigementen van Hamas-leiders dat er een grootscheepse gewapende operatie tegen Israël aan zat te komen.

In de ogen van de meeste Israëli’s is een schijn van vrede alleen mogelijk als Hamas niet langer bestaat. Maar toen Gershon Baskin en ik elkaar in maart weer spraken, vertelde hij me dat hij en Ghazi Hamad weer contact hadden gehad. ‘De eerste communicatie vond ongeveer twee maanden geleden plaats, en bestond uit een onplezierig heen-en-weergesprek,’ zei hij. ‘De belangrijkste vraag is of het voor ons mogelijk een constructieve rol te spelen [in het vinden van] een geheime back-channel,’ voegde Baskin eraan toe. ‘Dat is nog onduidelijk.’

Net als dertig jaar geleden ontleent Hamas nu veel van zijn populariteit aan de Palestijnse wanhoop

Net als dertig jaar geleden ontleent Hamas nu veel van zijn populariteit aan de Palestijnse wanhoop. ‘Wanneer de onderdrukking toeneemt,’ zei sjeik Yassin tegen wijlen Guardian-journalist Ian Black in 1998, ‘gaan mensen op zoek naar God.’ Uit een enquête die in december werd gehouden door de Palestijnse opiniepeiler Khalil Shikaki bleek dat 72 procent van de Palestijnen in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever geloofde dat Hamas juist heeft gehandeld met de aanvallen van 7 oktober, ondanks de verwoesting van Israël die erop volgde. Als, zoals velen geloven, Hamas ook nadat de gevechten zijn gestopt zal voortbestaan, welke vorm zal de organisatie dan aannemen en wat zullen de gevolgen zijn?

Voorstanders van de terugkeer van Hamas in de Palestijnse politiek argumenteren dat de leiders van de groep ooit serieus waren over het nastreven van een tussenoplossing, van een Palestijnse staat op slechts een deel van historisch Palestina, en dat ze, onder de juiste omstandigheden, daar opnieuw bereid toe zouden zijn. ‘Het was oprecht,’ zegt Hugh Lovatt over Hamas’ streven naar een tweestatenoplossing, zoals uitgedrukt in het herziene handvest van de groep uit 2017. ‘Er is duidelijk een politieke en relatief gematigde vleugel binnen de organisatie,’ vervolgt hij. ‘De vraag is wat er met hen zal gebeuren. Splitsen ze zich af van de beweging? Worden ze volledig overschaduwd door de hardliners? Of vinden ze een manier om de beweging terug te krijgen op het politieke spoor?’

Degenen die een toekomstige rol voor Hamas in de Palestijnse politiek als een noodzaak zien – een visie die de bereidheid van Hamas vereist om zich aan te sluiten bij de instellingen die het tot nu toe heeft geminacht – argumenteren dat het uitsluiten van Hamas ondemocratisch zou zijn en waarschijnlijk enkel bloedvergieten in de hand zou werken. ‘Hun deelname aan de politiek is een voorwaarde voor het creëren van een Palestijns leiderschap dat representatief is voor zijn volk,’ zegt Baconi me aan de telefoon, ‘ongeacht wat we van hun tactieken of hun ideologie vinden.’

Maar optimistisch over de vooruitzichten van een terugkeer naar het tweestatenparadigma is hij niet. ‘Als de politieke ontwikkelingen zouden leiden tot een Palestijnse staat met de grenzen van ’67 – die er volgens mij nooit zal komen, niet met echte soevereiniteit – denk ik wel dat Hamas ertoe zou worden aangezet om het potentieel van die diplomatieke mogelijkheid te erkennen,’ aldus Baconi. Maar tegen de achtergrond van de totale verwoesting van Gaza, is opnieuw praten over een tweestatenoplossing vooral een afleiding, voegt hij eraan toe. ‘Ik zie geen enkel heil in dit oudere discours dat ons terugvoert naar de jaren negentig en begin jaren tweeduizend.’

Ondenkbaar

Naar alle waarschijnlijkheid zal de bereidheid van Hamas om zich weer op het politieke spoor te begeven niet worden getest. ‘Het idee om Hamas op te nemen [in de PLO] lijkt me briljant, maar nu politiek onmogelijk,’ meent Nathan Brown, senior fellow bij de Carnegie Endowment for International Peace. ‘De huidige generatie Amerikaanse leiders zou moeten uitsterven voordat het politiek haalbaar wordt,’ zei Brown over de mogelijkheid dat de VS een proces op gang zouden brengen waarbij Hamas in de PLO zou komen. ‘En voor Israël is het ondenkbaar.’ 

De Israëlische publieke opinie is direct na de aanslagen van 7 oktober nog verder uit het lood geslagen. De populariteit van Benjamin Netanyahu is gekelderd, maar zijn vervanger zal geen vredesduif zijn. En hoewel het feit is dat de Israëlische premier Yitzhak Rabin eind jaren tachtig en begin jaren negentig instemde met gesprekken met de PLO en Yasser Arafat, die door de meeste Israëli’s als een regelrechte terrorist wordt beschouwd, was de ondertekening van de Oslo-akkoorden alleen mogelijk nadat de PLO had ingestemd met een reeks voorwaarden vooraf. Een Hamas-leider daarentegen zou nooit volledig afstand doen van de gewapende strijd of formeel instemmen met de erkenning van Israël.

Gebeurtenissen zoals 7 oktober en de oorlog die erop volgde worden vaak gezien als een breuklijn. De dood en vernietiging op zo’n massale schaal lijken te duiden op een verschuiving in het paradigma, het aanbreken van een nieuwe fase. Maar wat de Israëlische voortzetting van de huidige oorlog zo angstaanjagend maakt is dat, na het doden van meer dan 30.000 Palestijnen en nadat op 7 oktober 1200 Israëli’s door Hamas werden gedood, het fundamentele politieke kader van Israël/Palestina de dag nadat de oorlog beëindigd is misschien nog hetzelfde zal zijn als op 6 oktober. 

You May Also Like

More From Author

+ There are no comments

Add yours