Elke week pluist de redactie van 360 een actuele gebeurtenis voor je uit aan de hand van de internationale pers. Deze week kijken we naar de Democratische Republiek Congo, waar een humanitaire crisis van enorme proporties dreigt door aanhoudend geweld tussen milities, wat voor een enorme vluchtelingenstroom zorgt. Wat is er aan de hand, en wat moet er gebeuren om het tij te keren?
Dit artikel verscheen woensdag in de nieuwsbrief Buiten de grenzen, exclusief voor abonnees. Wil je elke week op de hoogte blijven? Neem dan een (proef)abonnement – al vanaf €5 per maand – op 360 Magazine en abonneer je op de nieuwsbrieven.
Wat is er aan de hand in de Democratische Republiek Congo?
Hoewel het al lange tijd onrustig is in de Democratische Republiek Congo (DRC), met een binnenlandse oorlog tussen enerzijds regeringstroepen, milities loyaal aan de regering, buitenlandse milities, andere Afrikaanse landen en anderzijds de rebellenbeweging M23, lijkt de crisis nu tot een kookpunt te komen. Op dinsdag kwam de door de Verenigde Naties gerunde website UN News met een update over de DRC. Het agentschap presenteerde harde cijfers, die een somber beeld schetsen van een groeiende crisis.
‘Door de recente gevechten tussen regeringstroepen en de M23-rebellengroep, in combinatie met willekeurige bombardementen, zijn de toch al beperkte middelen voor de opvang van 800.000 binnenlandse ontheemden in de regio en 2,5 miljoen andere ontheemden in de provincie Noord-Kivu flink onder druk komen te staan’.
Volgens de Verenigde Naties zijn de afgelopen weken in de provincie Ituri in het oosten van de DRC ruim tweehonderd burgers gedood en ontvluchtten de afgelopen weken ruim 52.000 mensen gedwongen hun huis. De nieuwe escalatie van het geweld heeft meer dan 2000 huizen verwoest en zeker 80 scholen zijn gesloten of gesloopt.
‘De situatie is uiterst zorgwekkend,’ zei Çaglar Tahiroglu, projectcoördinator bij Artsen zonder Grenzen van het Mweso General Hospital, tegen journalisten van ABC News. ‘Het ziekenhuis is overweldigd. Samen met het ministerie van Volksgezondheid doen we ons best om iedereen te helpen, maar we hebben niet genoeg middelen, waaronder voedsel.’
Demonstranten protesteren tegen wat ze ‘het zwijgen van de internationale gemeenschap’ over de crisis in Congo noemen. – © Guerchom Ndebo / AFP
Ook The Guardian toog naar het Afrikaanse land, om precies te zijn naar hoofdstad Goma. ‘Volgens het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken van de VN wonen alleen al in de buitenwijken van Goma ongeveer een half miljoen mensen in smerige kampen. En er komen steeds meer mensen bij. Alleen al tussen 2 en 7 februari trokken ongeveer 135.000 mensen naar Goma, voornamelijk vanuit de hooglanden rond de stad Saké,’ aldus de humanitaire organisatie, En dan is er ook nog politieke onrust. ‘Jean-Michel Sama Lukonde, de premier van de DRC, heeft dinsdag ontslag genomen, waardoor zijn regering automatisch wordt ontbonden, schrijft Nation. ‘Lukonde diende zijn ontslag in bij president Felix Tshisekedi.’ De precieze reden achter het vertrek is onduidelijk, maar de beslissing draagt niet bij aan een stabiele regio.
Bovendien zijn er protesten in het land, die voornamelijk gericht zijn tegen westelijke ambassades, omdat die symbool zouden staan voor de houding van het Westen in dit conflict. Ze zijn ‘een aanklacht tegen het gebrek aan wereldwijde aandacht voor de Congolese crisis. De vergelijking met zowel Oekraïne als Israël-Palestina wordt binnen het land zelf vaak gemaakt: waar blijft de aandacht voor de Congolese crisis?’ schrijft The Conversation.
Welke partijen spelen een rol in dit conflict?
De speler die we het meest horen in het conflict in de DRC is M23. De naam M23 verwijst naar de datum van 23 maart 2009, schrijft The East African, ‘toen een einde kwam aan een eerdere opstand onder leiding van de Tutsi’s in Oost-Congo. De groep beschuldigt de regering van de DRC ervan afspraken om de Congolese Tutsi’s volledig in het leger en de regering te integreren, niet na te komen. De groepering zegt alle Tutsi-belangen te verdedigen, vooral tegen etnische Hutu-milities zoals de Democratische Krachten voor de Bevrijding van Rwanda (FDLR), opgericht door Hutu’s die Rwanda ontvluchtten na deelname aan de genocide van 1994 op meer dan 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s.’
M23 zelf werd opgericht in 2012, veroverde zelfs korte tijd de stad Goma en werd vervolgens in 2013 verslagen. Eind 2021 kwam de groep opnieuw op, gevoed door langdurige geopolitieke spanningen tussen de DRC en Rwanda. Sindsdien heeft M23 controle gekregen over grote delen van het land. De rebellenbeweging controleert op het moment van schrijven de toegang tot Goma, een stad die symbolisch en strategisch belangrijk is als grootste stad van Kivu, een mineraalrijke provincie die grenst aan Rwanda.
Rwanda wordt al langere tijd door de Congolese autoriteiten beschuldigd van steun aan M23. Ook westerse landen, zoals Frankrijk, de Verenigde Staten en België, riepen het land deze week nog op hun troepen en raketsystemen uit Congo terug te trekken. Rwanda reageerde daar dinsdag op en zei volgens Africa News dat het zich verdedigt tegen een ‘dramatische militaire opbouw’ door Congo vlakbij de grens. Het Rwandese ministerie van Buitenlandse Zaken sprak in een verklaring over bedreigingen voor de Rwandese nationale veiligheid, die zouden voortkomen uit de aanwezigheid van een gewapende groepering in Congo, waarvan onder meer vermoedelijke daders van de genocide van 1994 deel uitmaken. Deze rebellengroep, bekend onder de initialen FDLR, ‘is volledig geïntegreerd in het Congolese leger’, schreef de Rwandese regering.
De spanningen tussen Congo enerzijds en Rwanda en bovendien Oeganda anderzijds, gaan zo’n dertig jaar terug, schrijft persbureau AP. ‘Rwanda en Oeganda kennen een lange geschiedenis van militaire interventies in Congo. De twee landen vielen Congo in 1996 en 1998 binnen en beweerden dat ze zichzelf verdedigden tegen lokale milities. Honderdduizenden Rwandese Hutu-vluchtelingen vluchtten in de nasleep van de Rwandese genocide van 1994 naar Congo en vervolgens naar Zaïre. Onder hen bevonden zich soldaten en militieleden die verantwoordelijk waren voor de slachting van de 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s’.
Om die vermeende genocideplegers aan te pakken, vielen Rwanda en Oeganda jaren later Congo binnen. De spanningen tussen Congo en Rwanda escaleerden in 2021 toen M23 aanvallen pleegde op Congolese soldaten. Van een vredesakkoord uit 2013, dat tien jaar voor relatieve rust had gezorgd, was niets meer over. Inmiddels beschuldigen mensenrechtenorganisaties Rwanda ervan munitie, wapens, militairen en zelfs directe gevechtssteun te leveren aan M23. Zo zou Rwanda raketten hebben ingezet op burgerdoelen in Congo.
Zuid-Afrikaanse soldaten, onderdeel van de missie van de Southern African Development Community, op patrouille in de buurt van Goma. – © Moses Sawasawa / AP
Er nemen nog veel meer partijen deel in het conflict in de DRC: volgens rapporten die Deutsche Welle publiceerde zo’n 250 lokale en 14 buitenlandse gewapende groepen, en daarnaast regeringslegers, Afrikaanse vredesmissies en huurlingenlegers. In de eerste plaats het Congolese leger: dat wordt gesteund door loyalistische milities die bekendstaan als Wazalendo – of ‘patriotten’.
Daarnaast zijn in Congo sinds eind vorig jaar troepen uit Zuid-Afrika, Malawi en Tanzania aanwezig, onder een missie van de Southern African Development Community (SADC). Vorige week zei de Zuid-Afrikaanse regering dat er nog eens 2900 soldaten zouden worden gemobiliseerd voor de SADC-missie, die een mandaat heeft tot december 2024. Ook bevinden zich militairen van de VN in het land.
Los van de missies zijn in het land ook troepen van verschillende Afrikaanse regeringen aanwezig voor andere gevechten. Naar verluidt zijn ongeveer duizend Burundese troepen in Noord- en Zuid-Kivu aanwezig als onderdeel van een geheime operatie. Deze militairen zouden in Congolese legeruniformen vechten. De troepen van Burundi vechten naar verluidt vooral tegen in Congo gevestigde gewapende rebellengroepen die zich verzetten tegen de Burundese regering. Een voorbeeld is de RED-Tabara-militie, die verantwoordelijk is voor aanvallen op burgerdoelen in Burundi.
Oegandese troepen vechten sinds 2021 in het oosten van de DRC als onderdeel van een gezamenlijke operatie om de Allied Democratic Forces (ADF) te ontmantelen, een militante groepering die banden heeft met ISIS. De ADF, door de Verenigde Staten en Oeganda bestempeld tot terreurgroep, ontstond in de jaren negentig in Oeganda, maar opereert nu vanuit Noord-Kivu en voert zowel in Oeganda als in Congo aanslagen uit.
En zoals in veel mineraalrijke gebieden bevinden zich in DRC ook Europese huurlingen. Zo ondersteunt het in Bulgarije geregistreerde huurlingenleger Agemira, dat voornamelijk bestaat uit gepensioneerd Frans militair personeel, het Congolese leger. Een tweede groep, Congo Protection, wordt beheerd door een Roemeens ex-lid van het Franse Vreemdelingenlegioen en heeft voornamelijk voormalige soldaten uit Oost-Europa in dienst. Hoewel Congo Protection is gecontracteerd om Congolese legereenheden op te leiden, worden de militairen ook ingezet in rechtstreekse gevechten tegen rebellen.
Wat moet er gebeuren om een verdere crisis te voorkomen?
Een decennia-oud conflict, buitenlandse spelers, een mineraalrijk gebied, armoede en vluchtelingen: de situatie in de DRC ziet er vrij uitzichtloos uit. Wat kan men doen om erger te voorkomen?
De situatie overlaten aan de leiders van de DRC en Rwanda lijkt geen optie. The Africa Report schrijft dat de Congolese president Félix Tshisekedi en de Rwandese president Paul Kagame elkaar onlangs nog, bij een top van de Afrikaanse Unie, publiekelijk in de haren vlogen.
Vanwege de aanhoudende spanningen en het oplopende geweld zit er voor mensenrechtenorganisaties en buitenlandse regeringen weinig anders op dan binnen de regio oproepen tot kalmte en respect voor mensenrechten.
‘Nu meer dan een miljoen binnenlandse ontheemden in en rond Goma opeengepakt zitten en gebrek hebben aan onderdak, voedsel, sanitaire voorzieningen en gezondheidszorg, moeten de internationale partners van DRC hun inspanningen opvoeren om waardige humanitaire hulp te garanderen aan iedereen in nood’, zo zei Tigere Chagutah, regionaal directeur van Amnesty International voor Oost- en Zuidelijk Afrika, deze week. ‘Staten en intergouvernementele organisaties, zowel in de regio als internationaal, moeten hun reactie op deze crisis heroverwegen.’
De Verenigde Staten waarschuwden Rwanda en de Democratische Republiek Congo dinsdag bij de Verenigde Naties dat ze ‘terug moeten stappen van de rand van oorlog’ waar de twee landen op zouden staan, zo meldt Voice of America, alvorens Robert Wood, een Amerikaanse gezant bij de VN, te citeren. ‘Partijen die bij het conflict betrokken zijn en regionale actoren moeten onmiddellijk het vredesproces hervatten – diplomatieke inspanningen, en geen militaire conflicten, zijn de enige weg naar duurzame vrede.’
Een stroom vluchtelingen ten westen van de stad Goma. Volgens mensenrechtenorganisaties dreigt een humanitaire crisis. – © Guerchom Ndebo / AFP
Eerdere inspanningen van de VS om vrede te bewerkstelligen, hadden weinig succes. In december presenteerden de VS volgens Politico ‘een gedetailleerd voorstel aan de leiders van Congo en Rwanda voor een pact om de gevechten in Oost-Congo te verminderen’. Volgens de nieuwssite stemden de leiders zelfs in met het plan ‘dat Rwanda zijn strijdkrachten tegen 1 januari zou terugtrekken en Congo zijn drones aan de grond zou houden’.
Maar inmiddels is het eind februari, en wordt er heviger dan ooit gevochten. Als de politieke en diplomatieke weg blijkbaar zo moeilijk is, is er dan wellicht een andere oplossing?
Er zijn veel militaire missies in het land, die echter maar weinig succes hebben gehad. Een eerdere missie van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC), waar de DRC deel van uitmaakt, werd in juli 2022 ingezet, onder leiding van Kenia, met zo’n 12.000 man. Het ging echter om een defensieve missie, terwijl de DRC hoopte op meer offensieve acties tegen M23. Een jaar later werd de missie dan ook de deur gewezen door de Congolese regering. De VN-vredesmacht in het land lijkt ook ‘geen potten te kunnen breken’, schrijft Al Jazeera.
‘Congolezen vragen zich af waarom de troepenmacht van de VN hen niet heeft beschermd tegen M23 en andere gewelddadige rebellengroepen, en hun frustratie heeft het afgelopen jaar geleid tot rellen en gewelddadige protesten. De Congolese regering zelf heeft de VN-troepen uiteindelijk verzocht het land te verlaten’.
Dan is er nog Zuid-Afrika, dat samen met troepen uit Malawi en Tanzania een interventiemacht vormt. Zij hebben tien jaar geleden wel succes geboekt in de DRC, maar de vraag is of dat nu weer zal lukken. Voorlopig lijkt het verhaal van de DRC op dat van gewapende conflicten elders in de wereld: de strijdende partijen geven geen haarbreed toe, het leed van onschuldige burgers kan alleen maar groter worden en buitenlandse actoren doen te weinig om het geweld te stoppen. Een uitzichtloze situatie voor een land dat in zijn geschiedenis maar weinig vrede heeft gekend.
+ There are no comments
Add yours