Hoe je meer mensen in een legeruniform krijgt

Estimated read time 5 min read

De dreiging van een Russische invasie in Europa spookt en doet discussies oplaaien over de herinvoering van de dienstplicht. Volgens The Economist kan militaire dienstplicht in sommige landen zinvol zijn, maar is het niet de enige oplossing.

In Europa wordt de militaire dienstplicht heroverwogen. Waarom? De mogelijkheid dat Oekraïne de oorlog verliest, hangt ons boven het hoofd, evenals Donald Trumps dreigement dat hij, bij een eventuele herverkiezing, de NAVO zal verlaten. Boris Pistorius, de Duitse minister van Defensie, zegt dat Europa voor het einde van dit decennium klaar moet zijn voor een oorlog. Volgens hem was het afschaffen van het jaar dienstplicht voor schoolverlaters in 2011 een ‘vergissing’. Generaal Patrick Sanders, opperbevelhebber van het Britse leger, vraagt om de mobilisatie van gewone burgers.

Er zijn verschillende manieren om de dienstplicht vorm te geven: bijvoorbeeld door burgers van alle leeftijden oproepbaar te maken, mobilisatie via lotingen te laten plaatsvinden of een vaste periode in te stellen voor jonge mensen die net van school komen. Het verplicht stellen van militaire dienst wordt overwogen omdat veel rijke landen moeite hebben om genoeg mensen te werven voor hun beroepslegers. Sommige landen kijken bewonderend naar de noordelijke en Baltische lidstaten, die allemaal een bepaalde vorm van dienstplicht kennen, waarvoor veel steun onder de bevolking bestaat. Zweden had de dienstplicht in 2011 afgeschaft, maar heeft die in 2018 weer ingevoerd.

Zouden andere landen het voorbeeld van de Zweden moeten volgen? Kort door de bocht: nee, nog niet. Bij het vormgeven van een leger moet zowel rekening worden gehouden met de geografische ligging van een land als met de beoogde manier van vechten. In landen met een relatief kleine bevolking die dicht bij Rusland liggen, zoals Estland en Finland, bestaat veel steun voor de dienstplicht en is de militaire training gericht op de zogenaamde ‘stekelvarkenstrategie’ tegen een invasie. In dit soort landen heerst een sterk saamhorigheidsgevoel. Om vergelijkbare redenen staat de dienstplicht in Israël, waar de nationale veiligheid voortdurend wordt bedreigd, niet ter discussie (al is er wel verontwaardiging over het feit dat het ultraorthodoxe deel van de bevolking is vrijgesteld van dienst). Ook in Taiwan en Zuid-Korea bestaat de militaire dienstplicht, omdat deze staten zich eveneens dicht bij oorlogszuchtige machten bevinden.

Maatregelen

De inwoners van de meeste andere rijke landen voelen zich nog niet direct bedreigd. Om de dienstplicht daar succesvol te kunnen invoeren, zouden de redenen ervoor duidelijk moeten worden uitgedragen en breed worden erkend. En dat is niet het geval in landen als Groot-Brittannië en Frankrijk, waar niet zo voor de hand ligt wat dienstplichtigen zouden kunnen betekenen in een modern, technologisch geavanceerd leger. Bovendien zou elk land ‘in het geval van een crisis’ binnen dertig dagen een volledige divisie (30.000 man plus zwaar geschut) moeten kunnen opstellen als de NAVO hierom vraagt. Dan zouden grote aantallen dienstplichtigen juist belemmerend kunnen werken.

Omdat het oproepen van jonge mensen voor militaire dienst een ernstige inbreuk op hun vrijheid vormt, is voor dit beleid een breed maatschappelijk draagvlak nodig. Zelfs in Oekraïne, dat in acuut gevaar verkeert, bleek het deze maand een netelige kwestie om de leeftijdsgrens voor mobilisatie van 27 naar 25 jaar te verlagen. Het is duidelijk dat er iets moet worden gedaan aan de problemen die de meeste krijgsmachten in Europa ervaren bij het rekruteren van beroepsmilitairen en het opbouwen van bekwame reservetroepen, maar ze kunnen grotendeels worden opgelost door middel van maatregelen in plaats van dwang.

‘Oudere generaties klagen soms over het gebrek aan ruggengraat bij jonge mensen die het leger niet in willen’

Ten eerste kan worden overwogen het loon van soldaten te verhogen. Oudere generaties klagen soms over het gebrek aan ruggengraat bij jonge mensen die het leger niet in willen. Maar de grootste obstakels voor rekrutering zijn de lage lonen en ongunstige arbeidsvoorwaarden, aangezien werkzoekenden veel andere opties hebben. Defensiebegrotingen groeien, maar ze stijgen niet snel genoeg. De afspraak van de NAVO-lidstaten om 2 procent van hun bbp te spenderen aan defensie zal niet genoeg zijn om de hogere lonen plus nieuwe uitrustingen te financieren. Er zou ook meer moeten worden geëxperimenteerd, bijvoorbeeld met een eenjarige proefperiode waarin de dienstplicht kan worden gecombineerd met een universitaire studie of een andere opleiding. En hoewel over het onderwerp veel is gepraat, hebben weinig legers hard genoeg hun best gedaan om vrouwen te rekruteren en seksuele intimidatie tegen te gaan.

Ten tweede is er meer steun vanuit de samenleving nodig, zodat ook mensen worden aangetrokken met de specialistische vaardigheden die vereist zijn in noodsituaties. Behalve in te zetten op meer vrijwilligers voor uitbreiding van het beroepsleger, zouden krijgsmachten hun reservetroepen kunnen aanvullen door militairen die het leger verlaten tot halverwege de veertig elk jaar enkele trainingsdagen te laten volgen. Op die manier zou Groot-Brittannië indien nodig wel 300.000 reservisten kunnen mobiliseren. In Frankrijk en Duitsland zou het zelfs om meer mensen gaan, aangezien deze landen een groter leger hebben.

In deze spannende tijden zouden landen altijd een plan achter de hand moeten hebben om, in het ergste geval, een nog veel bredere mobilisatie te kunnen organiseren. Om de gevaarlijkste vijanden af te schrikken moet je paraat staan voor een oorlog die je liever niet uitvecht – zoals de dappere Oekraïners maar al te goed weten.

You May Also Like

More From Author

+ There are no comments

Add yours