Tegenstanders van de Europese Green Deal denken nog altijd dat het zo’n vaart niet loopt met de klimaatverandering. Omdat er nu meer sceptici in de Europese Unie een zetel hebben gewonnen, bestaat het gevaar dat er compromissen moeten worden gesloten over toekomstige milieubeleid.
Na de afgelopen verkiezingen is iedereen die klimaatbeleid als een van de belangrijkste kwesties van de EU beschouwt in een katerige stemming. In heel Europa bagatelliseren rechtse partijen de klimaatverandering of ontkennen ze die zelfs helemaal en voeren ze campagne om klimaatbeschermingsmaatregelen en milieuregelgeving te vertragen en te verhinderen. De rechtse populisten, zoals de Duitse AfD en het Franse Rassemblement National van Marine Le Pen, zijn het weliswaar niet altijd met elkaar eens, maar dat heeft weinig te maken met hun meningsverschillen over milieu- of klimaatbeleid. In geval van twijfel, zoals de stemmen van rechts de afgelopen jaren hebben laten zien, stemmen ze meestal samen tegen klimaatbescherming.
Dit speelde echter nauwelijks een rol in de afgelopen zittingsperiode. De meerderheid steunde de Europese eco- en klimaattransitie, die werd geïnitieerd door de conservatieve EC-voorzitter Ursula von der Leyen. In januari 2020 stemden 482 van de 713 Europarlementariërs in het EU-parlement voor de Green Deal, die Von der Leyen eerder had omschreven als een Europese ‘maanlanding’. Europarlementariërs stemden er dus met een duidelijke meerderheid voor dat de Europese Unie haar economieën tegen 2050 moet omzetten naar CO₂-vrije industrieën, elektriciteits- en warmteopwekking, elektrische auto’s en klimaatvriendelijke bouw en landbouw.
‘Ze moeten stoppen met het afkraken van de Green Deal en deze verder ontwikkelen’
Conservatieven, sociaaldemocraten en groenen trokken toen samen op – dit alles in de nasleep van klimaatprotesten in heel Europa en de verwoestende gevolgen van droogte in veel landen.
Dat is nu aan het veranderen. Hoewel de rechtse populisten geen meerderheid hebben, hebben ze wel winst geboekt, maar in sommige gevallen minder dan aanvankelijk werd gedacht. Toch zouden ze nu goed kunnen zijn voor ongeveer een kwart van de zetels in het nieuwe parlement. Daarnaast moet de Conservatieve Fractie (EVP) misschien vertrouwen op de rechtse eurosceptische ECR-Fractie (Europese Conservatieven en Hervormers) voor de herverkiezing van Ursula von der Leyen – ervan uitgaande dat de sociaaldemocraten en Groenen niet meespelen. Waarnemers denken dat dit politiek gezien duur zou kunnen uitpakken. De valuta: compromissen over toekomstige klimaat- en milieubesluiten.
Veranderde stemming
Niet alleen de zetels, maar ook de stemming is veranderd sinds 2019. Hoewel de Green Deal en het ‘Fit for 55’-wetgevingspakket zijn opgesteld door Ursula von der Leyen, staan veel conservatieven er niet meer 100 procent achter. Dit is bijvoorbeeld te zien in de CDU/CSU-campagne tegen het verbod op verbrandingsmotoren – dat wil zeggen het verbod op nieuwe registraties van diesel- en benzineauto’s vanaf 2035.
Waarnemers zien daarom het grootste probleem niet direct in de winst van rechts, maar in de wankele Conservatieven: ‘Ze moeten stoppen met het afkraken van de Green Deal en deze verder ontwikkelen,’ zegt Lutz Weischer van de organisatie Germanwatch bijvoorbeeld. Als de Conservatieven de kant van de rechtspopulisten kiezen, zullen ze een krappe meerderheid hebben. Alleen al vanwege het imago zal dit waarschijnlijk niet altijd gebeuren – maar het is ook zeker dat het moeilijker zal worden om de meerderheid te behalen voor nieuwe ambitieuze klimaat- en milieubeschermingsprojecten.
De volgende grote projecten zouden kunnen worden geschrapt of afgezwakt door het nieuwe EU-parlement:
• Verbod op verbrandingsmotoren vanaf 2035: de verordening die daadwerkelijk is aangenomen, kan worden heropend, er kan opnieuw over worden onderhandeld of ze kan helemaal worden geschrapt.
• Verordening inzake natuurherstel: deze is bedoeld om beschadigde ecosystemen te herstellen, ook om het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen. Het parlement heeft deze al aangenomen, zij het in afgezwakte versie. De staatshoofden en regeringsleiders blokkeren momenteel echter de uitvoering ervan. Er wordt daarom gevreesd dat de verordening zal worden heropend en dat sommige passages opnieuw zullen worden geformuleerd. Dan zou de verordening weer door het nieuwe parlement moeten, of ze zou ook volledig ongedaan gemaakt kunnen worden.
• Invoering van emissiehandel voor vervoer en gebouwen vanaf 2027 (ETS II): tot nu toe bestaat er in Europa alleen certificatenhandel voor emissies van energiebedrijven, binnenlandse vluchten en bepaalde industriële bedrijven (ETS I). ETS II is bedoeld om emissies van wegvervoer, gebouwen en bepaalde industriële brandstoffen vast te leggen, te beperken en langzaam te verminderen. Dit zou de verwarmingskosten en brandstoffen duurder kunnen maken. Dit klimaatbeschermingsinstrument is eigenlijk ook al lang rond. Onder druk van het Parlement zou de EU-Commissie het echter kunnen terugdraaien of herzien.
• Nieuwe klimaatdoelstelling voor 2040: in februari 2024 stelde de EU-Commissie voor om de uitstoot van de lidstaten in 2040 met 90 procent te verminderen ten opzichte van 1990. Dit is nog niet besloten en zal de komende jaren waarschijnlijk ook moeilijk worden.
• Hervorming van de chemicaliënverordening van de EU: de EU-Commissie wilde de meest schadelijke chemicaliën in consumentengoederen verbieden. Dit betreft ook zogenaamde eeuwigdurende chemicaliën zoals PFAS (geperfluoreerde en polygefluoreerde alkylverbindingen). Ook hiervoor zal waarschijnlijk geen meerderheid worden gevonden.
Sommigen hopen dat de belangrijkste regelgeving al sinds 2019 van kracht is. ‘De koers is ook al uitgezet voor de handel in emissierechten,’ zegt Ottmar Edenhofer, hoofdeconoom bij het Potsdam Institute for Climate Impact Research. Hoewel de emissiehandel voor transport en gebouwen kan worden verzwakt door een te laag prijsplafond vast te stellen, moeten de lidstaten nog steeds aan hun klimaatverplichtingen voldoen. De politieke drempels voor een dergelijke afzwakking via prijzen zijn echter relatief hoog. ‘Ik denk daarom dat de Green Deal relatief veilig is.’
Mijlpalen
De EU heeft in ieder geval goed gebruikgemaakt van de ‘window of opportunity’ om een aantal mijlpalen zoals emissiehandel redelijk waterdicht te maken. Toch kunnen de klimaatbeschermingsmaatregelen worden geannuleerd of ‘slechts’ worden afgezwakt. Veel experts vrezen dat de Green Deal op zijn minst gedeeltelijk zal worden afgebroken.
Noodzakelijke stap naar klimaatneutraal continent
Wat werd er ook alweer afgesproken in de Europese Green Deal, het ambitiueze plan dat in 2019 door de Europese Commissie werd opgesteld om Europa klimaatneutraal te maken tegen 2050?
Een van de belangrijkste en meest omstreden doelstelling van het vlaggenschip van de Commissie-Von der Leyen is om de netto-uitstoot van broeikasgassen tot nul te reduceren. Een emissiereductie van 55 procent in 2030 is inmiddels wettelijk verankerd in de Europese klimaatwet.
Behalve de uitstoot is het de bedoeling dat de transitie naar een circulaire economie over ruim 25 jaar een feit is en Europa duurzaam produceert met behoud van biodiversiteit
Hoewel er hier en daar vooruitgang is geboekt, vereist de transitie naar een klimaatneutrale economie ingrijpende veranderingen in alle sectoren en voortdurende inspanningen van alle EU-lidstaten. Niet alle neuzen staan dezelfde kant op.
Critici wijzen erop dat de implementatie een enorme uitdaging vormt, alleen al omdat de kosten van de transitie en de gevolgen voor bepaalde sectoren enorm zijn.
Desondanks wordt de Green Deal gezien als een noodzakelijke stap om de klimaatcrisis het hoofd te bieden. De komende jaren zullen cruciaal zijn om te bepalen of Europa zijn klimaatambities kan waarmaken en daadwerkelijk het eerste klimaatneutrale continent kan worden.
‘Ik weiger fatalistisch te zijn,’ verklaarde Laurence Tubiana, voormalig Frans klimaatdiplomaat en nu hoofd van de European Climate Foundation, maandag na de verkiezingen. ‘Er is geen oplossing voor de crisis in de kosten van levensonderhoud, veiligheid of concurrentievermogen zonder een ecologische ommekeer.’
Het alternatief voor herstructurering is eigenlijk altijd uitstel. Overigens is dit heel duidelijk te zien in andere landen, zoals de VS. Tijdens het Trump-tijdperk is in een paar jaar tijd veel klimaatbeleid afgebroken, dat nu weer moeizaam moet worden opgebouwd.
+ There are no comments
Add yours