
De arbeidsmarkt krijgt binnenkort een heel ander aanzien door de razendsnelle opkomst van kunstmatige intelligentie. Wereldwijd kunnen er honderden miljoenen banen verdwijnen. Een verhoging van de vermogens- en winstbelasting zou weleens onvermijdelijk kunnen zijn.
De Verenigde Staten zijn nog steeds onomstreden koploper op het gebied van technologische innovatie. Door de aanhoudende dominantie van de ‘Magnificent Seven’ – Alphabet, Amazon, Apple, Meta, Microsoft, Nvidia en Tesla – is de Amerikaanse toppositie in de technologiesector verstevigd en hebben andere economieën moeite om aan te haken.
Kijk naar de Europese Unie: 381 miljard euro bedroegen in 2023 de totale bruto interne uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling door overheden, bedrijven, onderwijsinstellingen en ngo’s. Dat komt ongeveer overeen met de 350 miljard dollar aan herinvesteringen die de zeven toonaangevende Amerikaanse technologiebedrijven alleen al in 2024 deden.
De invloed van de tech-boom op de mondiale financiële markten is ondertussen ingrijpend. Het aandeel van de sector bedraagt bijna 30 procent van de S&P 500 – meer dan de twee daaropvolgende grootste sectoren (de S&P 500 is een index die door zijn brede samenstelling een betrouwbaar beeld geeft van de ontwikkelingen op de Amerikaanse aandelenmarkt). Deze extreme concentratie, die voortkomt uit stijgende waardebepalingen van de Magnificent Seven, heeft twee tegengestelde effecten: de animo van investeerders stijgt erdoor, maar tegelijkertijd nemen de zorgen over mogelijke risico’s toe.
Optimisten en sceptici
Al met al is het geen wonder dat er een hevig debat woedt over de snelle ontwikkeling van kunstmatige intelligentie: hoe de verstorende effecten te beheersen? Je hebt tech-optimisten die denken dat AI uiteindelijk goed zal zijn voor de werkgelegenheid. Ze wijzen op eerdere technologische omwentelingen. Weliswaar maakten die sommige arbeid overbodig door automatisering, ze leidden ook tot nieuwe bedrijfstakken en beroepen die het banenverlies ruim compenseerden en in één moeite door de productiviteit en economische groei stimuleerden.
De optimisten hebben misschien een punt. Aan het begin van de twintigste eeuw werkte 40 procent van de Amerikaanse beroepsbevolking in de landbouw. Nu is dat aandeel nog geen 2 procent. Toen het werk in de agrarische sector verdween, konden de mensen die brodeloos waren geworden terecht in nieuwe bedrijfstakken, die de ruggengraat van de moderne economie zouden gaan vormen. Het opvallendste voorbeeld is de dienstensector, die bijna 80 procent van de werkgelegenheid uitmaakt, tegen slechts 20 procent in de voorheen toonaangevende productie- en bouwsector tezamen.
Er zijn echter ook tech-sceptici – met name onder beleidsmakers – die het niet zo rooskleurig inzien voor de werkgelegenheid. Ze vrezen dat AI een tijdperk van toenemende werkloosheid zal inluiden, waarbij steeds meer mensen overbodig worden in het arbeidsproces en de economische winst voornamelijk naar kapitaalbezitters vloeit.
‘wereldwijd staan arbeidsmarkten op het punt diepgaand te veranderen door AI’
Goldman Sachs komt met wel heel verontrustende cijfers: volgens de bank kunnen door AI wereldwijd 300 miljoen voltijdsbanen verdwijnen. Het World Economic Forum is duidelijk optimistischer: dat voorspelt dat er 83 miljoen banen verloren gaan, maar 69 miljoen bij komen. Een nettoverlies dus van 14 miljoen banen, of slechts 2 procent van de huidige werkgelegenheid in bedrijfstakken die met AI te maken hebben.
Eén ding staat vast: wereldwijd staan arbeidsmarkten op het punt diepgaand te veranderen door AI. Massale werkloosheid in de technologiesector zou de ongelijkheid kunnen vergroten, vooral tussen kapitaalbezitters en de miljoenen nieuwe werklozen.
Belastingen
Ondertussen dient zich een dringende vraag aan: zullen de huidige winsten door AI leiden tot hogere belastingen in de toekomst? Beleidsmakers moeten immers nieuwe inkomstenbronnen zien aan te boren, willen ze de effecten van het banenverlies verzachten, sociale onrust voorkomen en essentiële overheidsdiensten, zoals nationale veiligheid, onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur behouden. Sommige overheden zien zich wellicht gedwongen om gaten in de begroting te dichten door de belastingen op de meest winstgevende sectoren te verhogen.
Dat krijgen bedrijven en investeerders dan op hun bord, aangezien beleidsmakers zullen proberen de winst die voortkomt uit automatisering te herverdelen. Twee aspecten zijn van belang: ten eerste zijn bedrijven het primaire doelwit van belastingverhogingen, aangezien de fiscale basis krimpt vanwege banenverlies door technologische innovatie. In de tweede plaats kan de consumentenvraag dalen door lagere werkgelegenheid en minder besteedbaar inkomen, met nadelige gevolgen voor de economische groei.
Hierdoor komen ondernemers in een lastig parket. Om belastingverhogingen te voorkomen, moeten ze de fiscale basis in stand houden en dus zorgen voor hoge werkgelegenheid. Maar hogere efficiëntie en meer winst bereik je alleen via automatisering – met het gevaar van hogere vennootschapsbelasting en een zwakkere consumentenvraag.
Op korte termijn zal automatisering leiden tot meer efficiëntie en hogere winstmarges. Na verloop van tijd zullen deze winsten waarschijnlijk worden verminderd door hogere vennootschaps- en vermogensbelasting, aangezien overheden op zoek moeten naar nieuwe inkomsten om een universeel basisinkomen te financieren, dat essentieel is voor het waarborgen van de levensstandaard en het behouden van economische en sociale stabiliteit.
Als de door AI veroorzaakte werkloosheid en extreme ongelijkheid niet worden aangepakt, kunnen ze grote schade toebrengen aan het sociale weefsel dat markten nodig hebben om te functioneren. Overheden zullen dan misschien genoodzaakt zijn de belastingen te verhogen, zodat de voordelen van automatisering niet ten koste gaan van de sociale cohesie op de lange termijn.
Dambisa Moyo, internationaal econoom, schreef vier New York Times-bestsellers, waaronder Edge of Chaos: Why Democracy Is Failing to Deliver Economic Growth – and How to Fix It (Basic Books, 2018).