Jongeren in het Turkije van Erdoğan zoeken hun heil elders

Estimated read time 11 min read

Sinds de herverkiezing van Erdoğan beseffen veel jongeren dat er niet snel iets zal veranderen. Het plan om te emigreren verspreidt zich zo rap dat Turkije een hele generatie dreigt te verliezen.

Toegegeven, het is niets nieuws, het is meer dat je je momenteel in Istanboel doof moet houden om de trend te negeren. Laatst bijvoorbeeld op een tuinreceptie aan de Bosporus, op een van die avonden waarop de stad zich gedraagt als het middelpunt van de planeet. Het is tenslotte een oude koninklijke zetel.

Natuurlijk, het land verkeert in een permanente crisis, maar het aantal miljardairs en multimiljonairs is nog steeds groot. In euro’s, uiteraard. In de betere buurten hebben sommige winkels de kelderende lira al afgeschaft. En hier, aan de Bosporus, liggen waarschijnlijk de duurste vierkante meters van Turkije. Buiten de limousines met chauffeurs en uitzicht op Azië, binnen het oude geld. Jongeren die zijn opgegroeid op elitescholen.

Zij is een van hen. Een jonge vrouw in een zwarte jurk. Ze staat in het schemerlicht, een glas witte wijn in de hand, en vertelt over haar leven. Ze studeerde aan een van de beste universiteiten van het land en later in Londen. Ze werkte een tijdje op de beurs, nu in de decarbonosatie van de Turkse machine-industrie. Daarnaast, zegt ze, houdt ze zich bezig met de vraag wat kunstmatige intelligentie betekent voor de industrie.

Ze is een optimist. Ze gelooft in haar carrière en dus ook, nou ja, in haar land. In het feit dat je hier iets kan bereiken. Nooit gedacht om naar het buitenland te gaan? Weer naar Londen? Voor het eerst glijdt haar blik weg, een licht beledigde glimlach. Een beetje zo van: ik wist dat die vraag zou komen. Die komt in elk gesprek terug. Zelfs hier, in haar kringen.

Ze zwijgt even. ‘Om eerlijk te zijn,’ zegt ze, ‘ben ik van al mijn vrienden de enige die hier nog is.’

Tweederde

Ineens staat de vrouw die het net over haar carrière had er verloren bij op het feest. Als een achterblijver. De enige in de WhatsApp-groep van haar vrienden die nog niet op het vliegtuig is gestapt. Enkele reis. En ja, zegt ze, ze heeft ook haar twijfels. Hoe het verder zal gaan in een land waar de prijzen voor je gevoel elk jaar verdubbelen en dat vorig jaar toch zijn president weer herkozen heeft. Een land waar emigratieplannen zich als een virus verspreiden.

Nog voor de verkiezingen van vorig jaar stelde de Konrad Adenauer Stichting in een onderzoek vast dat tweederde van de jonge Turken klaar is om te vertrekken. In de Duitse asielzoekersstatistieken staan Turkse burgers momenteel alleen achter Syriërs, en dus vóór mensen uit Afghanistan.

Is een toekomst in Turkije dan van de baan? Zo voelt het zeker. Je hoort de geluiden overal. In dorpen in het aardbevingsgebied, in de straten van Istanboel, op feestjes aan de Bosporus. Hoe kom ik in Duitsland? In de VS? Hoe krijg ik een visumafspraak? Dit zijn de gespreksonderwerpen. Althans, sinds de herverkiezing van Erdoğan, de dag waarop veel mensen hier begonnen te beseffen dat er niet snel iets zou veranderen.

Nog vijf jaar. Ze weten hoe de laatste twintig waren. De vrouw in de zwarte jurk bijvoorbeeld, die haar wijn drinkt en verder vertelt over haar werk, over AI en de groene toekomst, en ons uitnodigt op haar kantoor. Het kan nog steeds goed komen met Turkije, ze gelooft erin. Wil erin geloven. Een jonge, hoogopgeleide samenleving. Mensen zoals zij, die iets van het leven willen maken.

En toch, als er een aanbod zou komen uit Europa, uit Amerika, dan zou ook zij weg zijn.

Dat klinkt meer als het Turkije van vroeger. Het land dat door de gastarbeiders werd verlaten. Je moest naar het buitenland om geld te verdienen, zoveel was duidelijk. Met de trein naar Almanya, in een Mercedes weer terug. Maar was er daarna niet sprake van een hausse waarin Duitsers van Turkse afkomst naar het hippe Istanboel trokken, alwaar de economie nooit stopte met groeien?

Deze generatie groeide op met het idee dat alles mogelijk was in Turkije. Net als in het Westen. Of beter.

Dat waren de jaren negentig. Vóór de huidige hyperinflatie, vóór al het politieke geweld, voordat de president in Ankara steeds autoritairder werd. En toch is de economie van Istanboel alleen al nog steeds even groot als die van een Europees land als Portugal. Een van de grootste luchthavens van Europa bevindt zich hier, en voor een Turkse expat die gewend is via een app bij de overheid procedures te laten afhandelen, lijkt Duitsland misschien wat ouderwets.

Waarom vertrekken ze?

 ‘We zijn beschaafder geworden. In tegenstelling tot de aanhangers van de president’

Vroeg in de middag voor de Technische Universiteit, in het centrum van Istanboel, net achter Gezi Park, waar ze zich in 2013 een paar weken vrij voelden, misschien wel voor het laatst. Vandaag, tien jaar later, een snel overzicht van studenten die de straat op stappen. Ceyda, 20, wil architect worden en leert Spaans. Günay, haar medestudent, geeft een schatting: 70 tot 80 procent van zijn jaargang wilde naar het buitenland. Niet alleen vanwege de economische crisis, zegt hij, ‘maar ook vanwege de vrijheid’. Vrijheid? ‘De rechtsstaat’, zegt hij. Dus de regering? Hij knikt.

Dus vooral sinds de verkiezingen? Günay knikt. Ceyda ook. En Irem, haar vriendin, die net in een taxi stapt, roept dat ze bij een toekomstige baan als architect niet steeds met de overheid te maken wil hebben. Die bepaalt naar wie de opdrachten gaan, vooral in de bouw.

Bilge voegt zich bij hen. Ze is een jaar ouder, 21, een jaar dichter bij het beroepsleven. Ze wijst naar het universiteitsgebouw achter haar. ‘Daarbinnen kunnen we nog ademen,’ zegt ze, ‘maar buiten niet.’ Ze willen allemaal alleen hun voornaam onthullen, zodat ze kunnen praten zonder zich zorgen te hoeven maken. Zodat ze hun mening kunnen geven. Want die hebben ze. Over een land waar ze trots op zijn, maar waar ze zich nu ‘tweederangs burger’ voelen.

Ze gelooft in een seculiere staat, zegt Bilge. Ze was laatst woedend toen ze op het nieuws hoorde over een incident waarbij een man door de straten van Istanboel liep met de vlag van het kalifaat, de islamitische theocratie die in Turkije al een eeuw geleden is afgeschaft. Een voorbijganger confronteerde de man, vertelt Bilge. Er ontstond een handgemeen. Hij werd gearresteerd. Wie? Wie denk je, die ander. De seculiere man die aanstoot had genomen aan de vlag. Niet de vrome.

Het is triest, zegt Bilge. Ze houdt van haar land. Maar het is niet meer van haar. ‘Misschien zijn wij ook veranderd,’ zegt ze, ‘we zijn beschaafder geworden.’ In tegenstelling tot de aanhangers van de president, zegt ze. De kloof is dieper geworden. Nog een verschil met vroeger: toen ervoeren gastarbeiders in Duitsland een cultuurschok, nu voelt Europa voor veel Turkse emigranten dichterbij dan hun thuisland.

Ook Bilge voelt zich vreemd in haar eigen land. Het klinkt alsof ze al onderweg is. Waarheen? ‘Misschien Italië.’

Zuigkracht

Er is een zuigkracht op gang gekomen. Zo veel mensen willen vertrekken dat de vraag eerder is wanneer iemand weg wil, dan of dat zo is. De economische crisis, de eindeloze crisis die iets wegheeft van een depressie. En dan was er nog de verkiezingsdag een jaar geleden, toen de kleine hoop op verandering de kop werd ingeslagen.

Boven- en onderkant van de samenleving. In Istanboel is de weg van boven naar beneden zelden ver, de stad kent geen overgangen. Wat niet bij elkaar past botst en negeert elkaar. Het is maar een paar minuten lopen van de universiteit langs Gezi Park naar Tarlabaşı, een wijk in het midden van de stad, en toch altijd achteraan gebleven. De bloei van het land heeft Tarlabaşı nooit bereikt, afgezien van een paar nieuwe luxe blokken die hier een paar jaar geleden als een UFO zijn neergestreken.

Zelfs in de steeg erachter hangt de geur van rioolwater. De was hangt tussen de huizen te drogen en er is een muur waarop staat: ‘Je kunt hoop niet boeien’. Klinkt uitdagend. Maar is dat zo? Vertellen ze niet overal in de stad, hier en op feestjes aan de Bosporus, hoe moeilijk het is geworden om een visum voor de EU te krijgen? Zelfs voor de rijken?

In Tarlabaşı staat een jonge kerel naast zijn brommer. Hij vertelt ons over een rechtstreekse vlucht naar Mexico-Stad. Twee van zijn neven hebben die genomen. Emre, zo stelt hij zich voor. Logisch dat Turkish Airlines vanaf een van de grootste luchthavens van Europa ook naar Mexico vliegt, en wat is een vluchtprijs vergeleken met een toekomst in de VS? Turken kunnen nog steeds legaal een Mexicaans visum krijgen. En het is niet langer moeilijk om vanuit Mexico-Stad de grens over te steken, vertelt Emre.

De meest betrouwbare route naar de EU loopt momenteel via Servië – als je probeert illegaal binnen te komen. Turkse burgers kunnen nog steeds zonder visum naar Servië vliegen, waarna ze naar Kroatië kunnen worden gesmokkeld. Emre, die een café runt, zegt dat hij liever naar Amerika gaat. ‘Het is makkelijker dan Europa,’ zegt hij. En? Zal hij het proberen? ‘Misschien.’

Zijn neven en nichten vertellen hem over hun leven daar. Langeafstandsgesprekken tussen degenen die zijn vertrokken en degenen die in de sloppenwijken zijn gebleven – ook dat is net als vroeger, in de tijd van de gastarbeiders. ‘We praten via WhatsApp,’ zegt Emre. ‘Ze schijnen het daar goed te hebben.’

Hij kan nooit met zijn kunst bezig zijn zonder dat iemand vraagt wat het met Erdoğan te maken heeft

‘We vinden een manier.’ Dat is de leuze van iemand in de buurt adie visumafspraken organiseert. Voor 50 euro belooft hij zo snel mogelijk een afspraak. En ook dat alles goed zal verlopen, dat alles zal kloppen met de documenten. Aan de overkant van de straat, in het zwaar bewaakte glazen complex van VFS Global, een van de bedrijven die namens landen het papierwerk afhandelt. Duitsland heeft de visumaanvragen in Turkije ook uitbesteed aan een bedrijf, terwijl VFS zich bezighoudt met landen als Polen, Frankrijk en Canada.

Ulaş Olcay Yılmaz zit tegenover VFS in zijn kelderkantoor. Aanvragen op tafel, een wereldkaart achter hem. ‘Er zijn wel duizend manieren om weg te gaan,’ zegt hij. Sinds een paar maanden gaat het anders. Hij ziet nu al aan zijn potentiële klanten dat ze niet alleen op vakantie willen naar Europa. Ze willen er blijven. Hij vraagt het ze voorzichtig, zegt Yılmaz, hij kan het zich niet veroorloven geassocieerd te worden met illegale immigratie. Sommige klanten wijst hij af, hij heeft er toch genoeg.

Het klinkt alsof het hem stoort dat mensen uit zijn land de illegale kant opgaan. Op zijn mobiele telefoon laat hij zien welke routes hij bedoelt. Van andere providers natuurlijk, niet van hem. ‘Uitnodigingen worden verkocht door Poolse bedrijven,’ zegt hij. ‘Hier, kijk maar.’ Hij laat de documenten zien. Foto’s op Instagram. Een bedrijf zoekt een elektricien, en iemand uit Turkije die niets van elektra weet vliegt naar Polen. Hij heeft 1500 euro betaald voor de uitnodiging. ‘En dan verdwijnt hij ergens in de EU,’ zegt Yılmaz.

Hij is een van de weinigen die nog steeds gelooft in een toekomst in Turkije. Hij heeft zijn winkel pas onlangs geopend – ongelukkige timing. ‘Sinds een paar maanden wil echt iedereen weg,’ zegt hij. 

Ulaş Olcay Yılmaz klinkt net als de jonge academici op het tuinfeest aan de Bosporus. Daar, aan de andere kant van de Turkse samenleving, vertelde een kunstcurator dat hij zich soms ‘vies’ voelde. Omdat hij nooit kan ontsnappen aan de politiek in Turkije. Omdat het altijd over de president gaat. Hij kan nooit met zijn kunst bezig zijn zonder dat iemand vraagt wat het met Recep Tayyip Erdoğan te maken heeft. Hij wil zijn leven inrichten zonder zich te laten leiden door de man aan de top.

Ook Ulaş Olcay Yılmaz, in zijn visumbureau in het arme Tarlabaşı, zegt dat het aan de economie ligt, en aan de regering. En aan de uitzichtloosheid op dat gebied. Die stemming, zegt hij, ‘dat het niet beter wordt’. Je zou het ook machteloosheid kunnen noemen. Het gevoel niet te kunnen ontsnappen zolang je blijft. Niet aan de regering en haar beleid, niet aan de haat ertegen. De constante negativiteit.

‘Ze zijn allemaal ontevreden,’ zegt Ulaş Olcay Yılmaz. Als je iets uit het leven wilt halen, ga dan weg. Vertrek met een lach, zoals ze in Turkije zeggen als ze afscheid nemen. Güle Güle.

You May Also Like

More From Author

+ There are no comments

Add yours