Van Vox tot Rassemblement National en Fratelli d’Italia – rechtse partijen beloven meer aandacht voor het klimaat in een poging tot alternatief ecologisme waarin ruimte is voor industrieën.
Jaren geleden was de oude Jean-Marie Le Pen, oprichter van het Franse extreemrechtse Front National, van mening dat klimaatverandering een idiote obsessie was van een minderheid van ‘bobo’s’, oftewel salonsocialisten. Inmiddels zouden we zeggen: radical chic. In de loop van de tijd hebben klimaatveranderingen zich echter alom gemanifesteerd en zijn de bewijzen bruut aan ons opgedrongen. En veel traditionele partijen hebben het probleem inmiddels in zoverre erkend dat de voormalige christendemocratische kanselier Angela Merkel, die zichzelf graag ‘klimaatkanselier’ noemde, zelfs kon pochen dat ze de voormalige Amerikaanse president George W. Bush had overtuigd van de risico’s van een catastrofe. Al aan de vooravond van de vorige Europese verkiezingen geloofde 77 procent van de kiezers in de klimaatverandering en was bovendien van mening dat het thema als prioriteit moest worden beschouwd. Inmiddels zouden conservatieven of progressieven het dan ook niet meer in hun hoofd halen om de internationale inspanningen om de klimaatopwarming tegen te gaan, zoals het akkoord van Parijs, een halt toe te roepen.
Om zich toch van de mainstream af te keren, veranderde extreemrechts van strategie. Daarbij verloor het zijn natuurlijke vijand, de milieuactivist, geen moment uit het oog. Hetzelfde Front National, enige tijd geleden door Marine, de dochter van Jean-Marie, hernoemd tot Rassemblement National, stopte met de ontkenning van de verwoestende gevolgen van klimaatverandering of met het verspreiden van hoaxes die maar al te duidelijk antiwetenschappelijk zijn (zoals dat het klimaat periodiek verandert, in de loop van miljoenen jaren, alleen niet door toedoen van de mens, maar gewoon uit zichzelf). Net als andere extreemrechtse partijen in Europa is Marine Le Pen van toon veranderd. Ze heeft er een maatschappelijk probleem van gemaakt.
Zogenaamde ‘elite’
Marine le Pen, het Spaanse Vox, de Oostenrijkse FPÖ, het Poolse Recht en Rechtvaardigheid, het Hongaarse Fidesz en de Duitse AfD hebben in hun militante antimilieupolitiek alle de kans aangegrepen om in te gaan tegen traditionele partijen en luid te verkondigen dat de keuzes die een zogenaamde ‘elite’ maakt ten koste gaan van het ‘volk’, dat offers brengt doordat voor veel geld zogenaamd overdreven doelstellingen worden nagestreefd. Deze propaganda werkt ook heel goed tegen de Europese Unie, die verantwoordelijk is voor het bedenken en naleven van de Green Deal, en het bestrijden van de opwarming van de aarde bovenaan haar prioriteitenlijst heeft gezet.
Europees rechts lanceert dus beschuldigingen van ‘klimaatterrorisme’ zonder onderscheid te maken tussen de Europese Commissie, de Groenen, Fridays for Future of de activisten die zich vastlijmen op snelwegen of in musea. Ze stellen daartegenover een ‘alternatief’ ecologisme, dat ons moet beschermen tegen een vermeende internationale, milieuactivistische samenzwering die het algemeen welzijn en de nationale soevereiniteit zou willen vernietigen.
Onlangs nog haalde Giorgia Meloni in een recent interview met Il Messaggero uit naar ‘ideologisch ecologisme’
Groene partijen en ecologen vormen het perfecte doelwit omdat ze vijanden zouden zijn van de portemonnee, van de belangen van de werknemers en die van de traditionele Europese industrie. Onlangs nog haalde Giorgia Meloni in een recent interview met Il Messaggero uit naar ‘ideologisch ecologisme’ en beloofde ze meer aandacht voor ‘het territorium’. Het achterliggende idee is dat degenen die het milieu nu beschermen dit doen ten koste van de burgers, wier koopkracht en levensstandaard achteruitgaan. Erg origineel is dit idee niet. Kijk maar naar Vox, dat de noodzaak van energie-autarkie en een herindustrialisatie van Spanje propageert. Of naar Marine Le Pen, die in naam van een ‘ecologisch patriottisme’ het nucleaire quotum van Frankrijk wil verhogen tot 81 procent (het ligt nu op 70 procent), ervoor pleit de ontwikkeling van alternatieve, hernieuwbare brandstoffen stop te zetten en een verlaging eist van de btw op brandstof om zo het boze gelehesjeselectoraat aan haar kant te krijgen. Of de AfD, wiens slogan ‘Red diesel’ de Duitsers ervan moet overtuigen dat het hart van hun industrie, de automobielindustrie, wordt bedreigd door klimaatpaniek, een gevaar waartegen deze partij als enige op de bres springt. Ondanks de kleine nuances in de (verwarrende) theorieën die ten grondslag liggen aan hun woeste antimilieubeleid, hebben de Europese rechtse partijen alle tot doel de terechte angst voor een mogelijke catastrofe om te smeden in heimwee naar het oude Europa, inclusief rokende schoorstenen. En daarmee sluiten ze een weddenschap met de toekomst.
+ There are no comments
Add yours